Taal: jongerentaal

Taal: stijl
Cursus 4
Voordat we beginnen:
Pak je boek op blz. 90

§3 jongerentaal, nieuwe taal en dialecten
Welkom 2M
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Taal: stijl
Cursus 4
Voordat we beginnen:
Pak je boek op blz. 90

§3 jongerentaal, nieuwe taal en dialecten
Welkom 2M

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Hoeveel dialecten bestaan er in Nederland
A
267
B
43
C
79
D
95

Slide 3 - Quiz

Wat is het meest gesproken dialect?
A
Brabants
B
Limburgs
C
Twents
D
Hollands

Slide 4 - Quiz

Uit welk dialect komt het onderstaande word:
leafde (liefde)
A
Haags
B
Twents
C
Fries
D
Vlaams

Slide 5 - Quiz

De geschiedenis van dialecten
  • Het Nederlands is onstaan sinds begin jaartelling
  • Tijdens volksverhuizingen is de Nederlandse taal opgesplitst
  • Hierdoor onstaan er steeds nieuwe dialecten
  • Het Nederlands is 1600 jaar oud
  • Sommige dialecten worden talen, zoals het Fries

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Wat is een 'dampoe'?
A
hete thee
B
mist
C
scheet
D
iemand die uit Amsterdam komt

Slide 9 - Quiz

Wat betekent 'flashen'?
A
in de maling nemen
B
iemand pijn doen
C
stelen

Slide 10 - Quiz

Wat betekent het woord 'planga'?

A
blanke man
B
bril
C
gaspedaal
D
snel rijden

Slide 11 - Quiz

Wat betekent ''osso'' in straattaal?
A
Worst
B
Huis
C
Stier
D
Schoen

Slide 12 - Quiz

Wat betekent het woord 'barkie'?

A
blaffen
B
50 euro
C
blikje
D
100 euro

Slide 13 - Quiz

Wat betekent: "ik boek die bak vet hard"?
A
ik gooi mijn boek hard dicht
B
ik rijd heel hard
C
ik bak frieten in vet
D
ik viel van de bak af

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Video

Theorie

Slide 16 - Slide

Wat is neologisme?
A
dat zijn woorden uit het Engels
B
zelf nieuwe woorden maken
C
straattaal
D
verandering

Slide 17 - Quiz

Opdrachten maken
blz. 90
Maken opdracht 1

Slide 18 - Slide