2.3 Spieren

Bespreken 2.2
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Bespreken 2.2

Slide 1 - Slide

2.3 Spieren

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 2.3
  • Je kunt de bouw en werking van je spieren beschrijven.
  • Je kunt beschrijven hoe spieren samenwerken.
  • Je kunt uitleggen wat willekeurige en onwillekeurige spieren zijn.
  • Je kunt uitleggen hoe kring- en lengtespieren samenwerken. 

Slide 3 - Slide

naad
verbinding
kraakbeen
verbinding
vergroeid
rol
gewricht
kogel
gewricht
scharnier
gewricht
1
2
3
4
5
6
8
9
10
11

Slide 4 - Drag question

Spieren

Slide 5 - Mind map

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Pezen
  • Spieren zitten vast aan botten met pezen

  • De plek waar de spier aan het bot vastzit = Aanhechtingsplaats

Slide 9 - Slide

Bouw spier
  • Cellen in spieren noem je spiervezels. 
  • Een groepje spiervezels noem je een spierbundel. 
  • De spieren zitten met pezen vast aan de botten 

Slide 10 - Slide

Lijkt op spiervezels!

Slide 11 - Slide

Spier
Spierbundel
Pees
Spiervezel

Slide 12 - Drag question

Spieren kunnen samentrekken, pezen niet.
Is deze bewering juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Hoe buig en strek je je arm?
  • Arm buigen --> armbuigspier (biceps)

  • Arm strekken --> armstrekspier (triceps)

Slide 15 - Slide

Armbuigspier 
  • Zit  met pezen vast aan het spaakbeen en schouderblad 

  • Arm buigen: Kort en dikker
  • Arm strekken: Lang en smaller
armbuigspier
(biceps)

Slide 16 - Slide

Armstrekspier
  • Zit  met pezen vast aan het ellepijp en schouderblad 

  • Arm buigen: Lang en dun
  • Arm strekken: Korter en dikker
armstrekspier
(triceps)

Slide 17 - Slide

Door spieren te trainen worden ze langer.
Is deze bewering juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Buigspier
Trekspier

Slide 19 - Drag question

Bewegen
  • Bij elke beweging die je maakt, zijn tenminste twee spieren nodig die samenwerken.
     
  • Buigspieren en strekspieren
  • Antagonisten = tegenovergestelde functie. 

Slide 20 - Slide

Bekijk de afbeelding. Wat gebeurt er als spier D zich samentrekt?
A
het heupgewricht buigt zich
B
het heupgewricht strekt zich
C
het kniegewricht buigt zich
D
het kniegewricht strekt zich

Slide 21 - Quiz

Wat is zijn antagonisten, kies het beste antwoord.
A
Spieren die een tegengestelde beweging mogelijk maken
B
Spieren die jouw arm bewegen.
C
Spieren die altijd doorwerken
D
Spieren die verkrampen

Slide 22 - Quiz

Willekeurig & onwillekeurig
  • Onwillekeurige spieren: je hoeft er niet bij na te denken.

  • Willekeurige spieren: je beslist of ze samentrekken of niet.

Slide 23 - Slide

Kringspieren & Lengtespieren
  • Kringspieren: trekken samen in breedte
  • Lengtespieren: trekken samen in lengte 

Slide 24 - Slide

Huiswerk
  • 2.3 Spieren
  • Vraag 3 t/m 14 + 17 en 19.
  • Vraag 11 niet!

Slide 25 - Slide