- als iets in het verleden een tijd duurde / aan de gang was. Vaak staat de past continuous dan in één zin samen
met de past simple;
- als iets in het verleden regelmatig gebeurde en dit je irriteert. Vaak staat er dan een signaalwoord in de zin,
bijvoorbeeld: always, constantly, forever, all the time, continually enzovoorts
Example: I was having a fight with my parents and after that we made up again.