Les 13.1

Les 13.1
warmtestroom
Lesplanning:
  1. Uitleg warmtestroom
  2. Werken aan leerdoel 2
  3. Demo: cappuccino
  4. Afronden leerdoel 2

Volgende les bespreken we de toets.
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Les 13.1
warmtestroom
Lesplanning:
  1. Uitleg warmtestroom
  2. Werken aan leerdoel 2
  3. Demo: cappuccino
  4. Afronden leerdoel 2

Volgende les bespreken we de toets.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Les 13.2
warmtestroom
Aan het einde van de les kan je
  • rekenen met de soortelijke warmte;
  • de warmtestroom door een opperlakte berekenen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

                 Voorkennis
Waarom zit in een spouwmuur isolatiemateriaal? Lucht is toch ook een slechte geleider.

En waarom is de buitenkant van het isolatiemateriaal bedekt met zilverkleurig folie?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Warmtestroom P (W)
Hoeveel warmte er per seconde door de dwarsdoorsnede stroomt. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat beïnvloed de grootte van de warmtestroom door een muur?

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

Warmtestroom P (W)

Slide 6 - Slide

This item has no instructions


Leid de eenheid van 
de thermische geleidbaarheid af. 
P=dλAΔT
timer
2:00

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld
De lichaamstemperatuur van mensen is gemiddeld 37 graden Celsius. In een bepaalde omgeving verliest de huid 90 joule per seconde aan warmte. De huid van de gemiddelde mens heeft een oppervlakte van 1,80 m² en een dikte van 5,0 mm. De thermische geleidbaarheid van de huid is gelijk aan 2,5 x 10⁻² W m⁻¹ K⁻¹. 

Bereken de omgevingstemperatuur waarin waarin deze persoon zich bevindt.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
met leerdoel 2 
volgens de studiewijzer
HW voor de volgende les: afronden leerdoel 2
timer
20:00

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

De wand bestaat uit 2 even dikke delen, echter van verschillende materialen. Welke van de twee delen geleid het beste?
De temperatuurverschillen blijven constant.
A
Deel A
B
Deel B

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

DEMO cappuchino 
probleem
Een cappuccino maak je door melk al roerend langzaam te verwarmen tot 65 ºC en vervolgens te kloppen. Bij een hogere melktemperatuur of te snel verwarmen is er een risico van een aangebrande smaak en schuimt het minder mooi. Bij een lagere temperatuur is de melk smaak iets minder zoet. De espresso zelf mag wel warmer zijn. In een café is er geen tijd voor langzaam
verwarmen. Wat doe je dan? Een cappuccinoapparaat in een café voegt heel heet water toe om de melk op te warmen. De maximale verdunning van melk met water die we acceptabel vinden is 10%. Een beetje verdunning is niet erg, aangezien espresso sterke koffie is met relatief weinig water. 
Maar hoe moeten we het hete water toevoegen?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Poging 1: water van 90 ºC
Bereken hoeveel gram water van 90 ºC je bij 50 mL melk van 5 ºC moet doen om de melk naar 65 ºC te brengen. Je mag aannemen dat de soortelijke warmte van melk gelijk is aan de soortelijke warmte van melk. 

timer
3:00

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Poging 2: heel heet water,
als het geen stoom zou worden
Stel dat het water niet zou verdampen en je het warmer dan
100 ºC kan maken. Bereken hoe hoog de temperatuur van 5 gram heet water (geen stoom) moet zijn opdat de temperatuur van 50 gram ‘melk’ 65 ºC wordt.

timer
5:00

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Poging 3: stoom van 100 ºC
Vbegin =                      
Tbegin

Veind
Teind = ongeveer 65 ⁰C

Slide 14 - Slide

Bij ongeveer 62 graden brander uitzetten en bij 65 slangetje uit de maatbeker halen.
Waarom heb je zo weinig stoom nodig?
Condensatiewarmte van water is 2256 J/g

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Poging 3: stoom van 100 ºC
Bereken hoeveel gram stoom van 100 ºC er bij 50 g ‘melk’ van 5 ºC moeten voegen opdat de temperatuur van de ‘melk’ 65 ºC wordt. 


Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
met leerdoel 2 
volgens de studiewijzer
HW voor de volgende les: afronden leerdoel 2

Slide 17 - Slide

This item has no instructions