Voordat je gaat schrijven, ga je eerst antwoord geven op de volgende vragen:
-Wie: over wie gaat het? Wie waren erbij betrokken?
-Wat: wat is er gebeurd?
-Waar: waar heeft het plaatsgevonden?
-Wanneer: wanneer speelt/speelde het zich af?
-Waarom: waarom vertel je hierover?/ waarom is het gebeurd?
-Hoe: hoe heeft het kunnen gebeuren? hoe ging het (begin-eind)?
Deze zes vragen beantwoord je in je projectboekje.