Tekst 2B Midas en Pan deel 1

Tekst 2B Midas en Pan deel 1
1 / 26
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Tekst 2B Midas en Pan deel 1

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Tekst bespreken met vragen tussendoor
We werken online in Lessonup.app
(log in met de code)
EN VERDER HEB JE NODIG
- oefenboek p. 14: je vertaling
- Tekstboek p. 19: de tekst
DAARNA: oefenen naamvallen

Slide 2 - Slide

Deel 1: tekst bespreken
leerdoelen:
- je kunt de tekst vertalen
- je kunt vragen over grammatica beantwoorden
- je weet wat voor fouten je maakt

Slide 3 - Slide

r. 1 quodam die Midas per silvas errat

errat is:
A
3e p ev
B
3e p mv

Slide 4 - Quiz

r. 1 quodam die Midas per silvas errat

Welk woord staat in de nominativus?
A
quodam
B
die
C
Midas
D
silvas

Slide 5 - Quiz

r. Op een zekere dag zwerft Midas door de bossen
ik had het goed
ik had het niet goed maar ik snap het nu
ik heb nog een vraag

Slide 6 - Poll

r. 2 subito Pana et nymphas videt

Welke naamval is nymphas?
A
nom ev vr
B
acc ev vr
C
nom mv vr
D
acc mv vr

Slide 7 - Quiz

en waarvoor is de accusativus ook alweer?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp

Slide 8 - Quiz

r.2 Plotseling ziet hij Pan en (de) nimfen
ik had het goed
ik had het niet goed maar ik snap het nu
ik heb nog een vraag

Slide 9 - Poll

r. 3 Deus fistula canit
welke vorm van het werkwoord is canit?
A
3e p ev
B
3e p mv

Slide 10 - Quiz

r.3 De god speelt op zijn fluit
ik had het goed
ik had het niet goed maar ik snap het nu
ik heb nog een vraag

Slide 11 - Poll

r. 3 Apollo quoque adest fidibus canit
wat voor woord is 'adest'
A
een persoonsvorm
B
een zelfstandig naamwoord
C
een bijvoeglijk naamwoord
D
een bijwoord

Slide 12 - Quiz

 Apollo: god van de zon en muziek, geneeskunde

Slide 13 - Slide

r.4 Ook Apollo is aanwezig en speelt op zijn lier
ik had het goed
ik had het niet goed maar ik snap het nu
ik heb nog een vraag

Slide 14 - Poll

r. Dei certant inter se
wat is dei voor ding?
A
een persoonsvorm
B
het komt van deus
C
een bijwoord
D

Slide 15 - Quiz

r. Dei certant inter se
wat is dei voor ding?
A
nom m ev
B
nom m mv
C
acc m ev
D
acc m mv

Slide 16 - Quiz

r.4 De goden strijden onder elkaar/houden een wedstrijd met elkaar
ik had het goed
ik had het niet goed maar ik snap het nu
ik heb nog een vraag

Slide 17 - Poll

Deel 2: naamvallen oefenen
leerdoel: je kent het schema

je mag het nog erbij gebruiken

Slide 18 - Slide

Hoeveel naamvallen heeft het Latijn?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 19 - Quiz

Geef het foute antwoord:
Welke naamval bestaat niet?
A
Daccusativus
B
Moninativus
C
Gablativus
D
Dativus

Slide 20 - Quiz

zoals mensa
overig (zoals rex)
zoals servus
zoals donum
silvae
cibus
rex
dono
victoriam
deorum
regias
Pan
mons
nymphas
servi

Slide 21 - Drag question

Welke functie heeft de nominativus?
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp
C
Meewerkend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling

Slide 22 - Quiz

Welke functie heeft de accusativus?
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp
C
Meewerkend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling

Slide 23 - Quiz

Welke uitgang hoort bij welke naamval?
nom. ev.
acc. ev.
nom. mv.
acc. mv.
dat. ev.
dat. mv.
abl. ev.
abl. mv.
mensam
mensis
mensa
mensas
mensae
mensis
mensae
mensa

Slide 24 - Drag question

Welke uitgang hoort bij welke naamval?
nom. ev.
acc. ev.
nom. mv.
acc. mv.
dat. ev.
dat. mv.
abl. ev.
abl. mv.
servum
servo
servos
servi
servus
servis
servo
servis

Slide 25 - Drag question

Nu doen
Vertaal de tekst tot het eind (of zover je komt deze les)
je mag fluisterend overleggen

Na de herfstvakantie doen we een oefentoets. De toets is op donderdag

Slide 26 - Slide