This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Unit 3: personages
Slide 1 - Slide
Vandaag
Bespreken startopdracht vorige les (10 min)
Introductie personages
Theorie personages
Verwerkingsopdracht
Slide 2 - Slide
Bespreken
Bekijk de startopdracht van de vorige les.
Bespreek kort met een klasgenoot.
Delen met de klas.
Slide 3 - Slide
Wat is jouw favoriete boek/film/serie? En wat is je favoriete personage?
Slide 4 - Open question
Bespreken startopdracht
Waarom vind jij dit boek/deze film/serie zo goed?
Wat maakt dat het personage dat jij hebt gekozen zo goed is?
Wat zou jij als schrijver/regisseur veranderen aan het verloop van het verhaal?
Slide 5 - Slide
Anne-Fleur
Joey
Slide 6 - Slide
Wesley
Slide 7 - Mind map
Karin
Slide 8 - Mind map
Slide 9 - Video
01:44
Wat is je eerste indruk van de drie personages aan tafel?
Slide 10 - Open question
02:58
De dochter (Nina) confronteert de nieuwe vlam van haar vader. Wat voor type is zij?
Slide 11 - Open question
Personages: theorie
Personages zijn natuurlijk in ieder verhaal het allerbelangrijkst.
Er zijn drie soorten personages in ieder verhaal: 1. De protagonist (de hoofdpersoon) 2. De antagonist (de tegenspeler) 3. Bijfiguren/nevenpersonages
Slide 12 - Slide
Personages: theorie
Rond karakter, ook wel round character genoemd, is een personage wiens karakter zich in de loop van het verhaal ontwikkelt, in gunstige of ongunstige zin.
Vlak karakter, ook wel flat character genoemd, is het tegengestelde van een round character. Het karakter van het personage ontwikkelt zich niet (of niet duidelijk).
Typetje: een vereenvoudiging van een flat character.
Slide 13 - Slide
Opdracht
Denk aan jouw gekozen boek/film/serie.
Wie is de hoofdrolspeler? Wie de tegenspeler(s)/bijfiguren?
Hoe zijn de personages ontwikkeld? Hoe zie je dat?