Herhaling hoofdstuk 8

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Herhaling Allerlei verbanden

Wat is de standaardformule van exponentiele groei?

Hoeveel is de beginhoeveelheid?

N=18⋅1,3​t​​

Hoeveel is de groeifactor?

N=18⋅1,3​t​​

Bereken N voor t = 4. Rond af op 1 decimaal.

N=18⋅1,3​t​​

Voor welke t is de hoeveelheid N voor het eerst meer dan 650 ?

N=18⋅1,3​t​​

Een bedrag van 80 euro neemt met 10% toe.
Met welk getal is vermenigvuldigd?

Een bedrag van 200 euro neemt met 18 % toe.
Met welk getal is vermenigvuldigd?

Een artikel van 80 euro wordt 10% goedkoper.
Met welk getal is vermenigvuldigd?

Welk getal is de
groeifactor per jaar ?
(Rond af op 2 decimalen)

Stel de formule op van het
aantal N na t jaar
(N=...*...^t)

lineair

exponentieel

Welke formule hoort bij tabel I?

Welke formule hoort bij tabel II?

Geef door interpoleren
een schatting van
het aantal verkochte
vliegvakanties in 1999.

Geef door interpoleren
een schatting van
het aantal verkochte
vliegvakanties in 1999.

Verschil tussen twee omliggende jaren: 4955 - 4163 = 792

Bereken wat er per jaar bij komt: 792 : 4 = 198

Bekijk wat er in totaal bij komt: 198 x 3 = 594

Tel dit op bij het laatste jaar: 594 + 4163 = 4757

keer 3, want je wil van 1996 naar 1999

Delen door 4, want van 1996 tot 2000 zijn 4 jaren

Tel het op bij het aantal in 1996

Geef door extrapoleren een schatting van het aantal verkochte vliegvakanties in 2020.

5211 - 4955 = 256

256 : 12 = 21.33

21,33 x 8 = 170.667

170.667 + 5211 = 5382

Verschil tussen 2012 en 2000

Delen door het aantal jaren

vermenigvuldig met het aantal jaren dat je verder gaat vanaf het laatste jaar in de tabel

Tel op bij het laatste jaar in de tabel