Begeleiden van de cliënt bij het versterken van eigen kracht
P6-K1-W2 (PBSD) Les 2
1 / 22
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 2
This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Begeleiden van de cliënt bij het versterken van eigen kracht
P6-K1-W2 (PBSD) Les 2
Slide 1 - Slide
Doel van de les
Aan het eind van deze les kan je uitleggen wat de verschillen zijn tussen zelfregie, eigen kracht, zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid
Aan het einde van de les kun je voorbeelden geven van begeleidingsmethodieken.
Aan het eind van de les kan je vertellen over motiverende gespreksvoering, belevingszorg. oplossingsgericht werken
Slide 2 - Slide
Zelfregie
De cliënt heeft een actieve rol in het bedenken en de uitvoering van een plan. Daar passen de begrippen zelfregie, eigen kracht, zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid bij. Deze begrippen lijken op elkaar, maar toch zijn er verschillen:
Slide 3 - Slide
Zelfregie gaat om zelf bepalen en beslissingen nemen: ‘Wat wil ik?’
Eigen kracht gaat om wat iemand zelf of samen met zijn omgeving kan: ‘Wat kan ik?’
Zelfredzaamheid gaat om zelfstandig kunnen meedoen en zelf dingen kunnen regelen: ‘Wat heb ik (nog) nodig?’
Eigen verantwoordelijkheid gaat om zelf moeten of mogen: ‘Wat moet ik of wat mag ik zelf doen?’
Slide 4 - Slide
Welke betekenissen horen bij de uitleg?
Zelfregie
Eigen kracht
Zelfred
zaamheid
Eigen
verant-
woordelijk-
heid
Gaat om wat iemand zelf of samen met zijn omgeving kan: 'Wat kan ik?'
Gaat om zelf moeten of mogen: 'Wat moet ik of wat mag ik zelf doen?'
Gaat om zelf bepalen en beslissingen nemen: 'Wat wil ik?'
Gaat om zelfstandig kunnen meedoen en zelf dingen kunnen regelen: 'Wat heb ik (nog) nodig?'
Slide 5 - Drag question
Methodisch werken
Bij het geven van begeleiding hanteer je een vaste werkwijze. Dit heet methodisch werken en houdt in dat je steeds een aantal stappen doorloopt, die je na afloop evalueert.
Slide 6 - Slide
Werken met methodieken
Als begeleider specifieke doelgroepen kun je in overleg met je collega’s of leidinggevende kiezen uit verschillende hulpverleningsmethodieken. Dit zijn methoden, ondersteuningswijzen, modellen of strategieën om planmatig te werken. Aan de hand van de hulpvraag van een cliënt bespreek je met elkaar welke methodiek het meest geschikt is om de problemen van een cliënt aan te pakken.
Slide 7 - Slide
Methodisch werken
Bij het geven van begeleiding hanteer je een vaste werkwijze. Dit heet methodisch werken en houdt in dat je steeds een aantal stappen doorloopt, die je na afloop evalueert.
Door methodisch te werken ga je gestructureerd na wat die wensen en mogelijkheden zijn en maak je duidelijke afspraken met de cliënt die je vastlegt in het plan. Bovendien evalueer je voortdurend, zodat de zorg afgestemd blijft op de cliënt. (PDCA)
Slide 8 - Slide
Verschillende methodieken
Ging het vroeger in de hulpverlening vooral om zorgen voor: ‘Wat kan ik voor u doen?’, tegenwoordig is steeds meer sprake van zorgen dat: ‘Hoe zorgen we ervoor dat het gebeurt? Wat kunt u zelf doen?’ Niet het aanbod, maar de vraag staat centraal. Hulpverleningsmethodieken nieuwe stijl versterken de eigen mogelijkheden en zelfredzaamheid, en bevorderen de participatie van de cliënt aan de samenleving.
Slide 9 - Slide
Motiverende gespreksvoering
Motiverende gespreksvoering gaat uit van de eigen kracht van de cliënt. Deze methode is geschikt voor mensen die hun gedrag willen en kunnen veranderen.
Bij motiverende gespreksvoering maak je gebruik van het uitlokken van verandertaal
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
gesloten vragen is een goed voorbeeld van motiverende gespreksvoering
A
waar
B
niet waar
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Oplossingsgericht werken
De oplossingsgerichte benadering gaat uit van de eigen kracht van de cliënt. De cliënt zelf is de deskundige op het gebied van het probleem dat hij ervaart. Deze zienswijze houdt in dat de cliënt zelf de sleutel in handen heeft tot de oplossing. Bij oplossingsgericht werken ga je uit van de sterke punten van de cliënt. Als begeleider kun je door het stellen van oplossingsgerichte vragen komen tot een oplossing. Je richt je niet zozeer op de bestaande problemen, maar op de stappen die je met elkaar kunt zetten om tot de gewenste situatie te komen
Slide 17 - Slide
Oplossingsgericht werken
In de oplossingsgerichte benadering stel je in een gesprek met de cliënt steeds vragen volgens een duidelijk stramien. De manier van vragen maakt dat de cliënt zijn eigen, positief geformuleerde en haalbare doelen ontdekt.
Slide 18 - Slide
Hier zie je voorbeelden van oplossingsgerichte vragen die je kunt stellen:
Wat zou u anders kunnen doen, proberen?’
‘Hoe weet u dat u op de goede weg zit?’
‘Hoe hebt u dat voor elkaar gekregen?
‘Hoe merken anderen dat u op de goede weg zit?’
‘Wat zou u nog het meest helpen?’
‘Welke dingen hebt u de afgelopen tijd gedaan waardoor u zich gezonder voelde?’
Slide 19 - Slide
Wat vind je van oplossingsgericht werken?
Slide 20 - Open question
Zijn alle doelen behaald?
Aan het eind van deze les kan je uitleggen wat de verschillen zijn tussen zelfregie, eigen kracht, zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid
Aan het einde van de les kun je voorbeelden geven van begeleidingsmethodieken.
Aan het eind van de les kan je vertellen over motiverende gespreksvoering, belevingszorg. oplossingsgericht werken