De novelle Tralievader (1991) is opgebouwd uit veertig hoofdstukjes, waarin Carl Friedman het dagelijks leven beschrijft van een gezin met drie opgroeiende kinderen na de Tweede Wereldoorlog. In het gezin duurt de oorlog voort omdat de vader, in eindeloze herhaling, moét praten over zijn kampervaringen. Kortweg: hij heeft kamp. De kinderen doen hun best om met hun vader mee te leven, maar hij behandelt hen als vreemden, die hem nooit zullen begrijpen. Hierop reageren zij verschillend. In dit gezin, verscheurd zowel door het verleden als door het heden, is de moeder een rots in de branding. Met deze sobere verstelling, waarin ondanks alles plaats is voor liefde, humor en ontroering, maakte Carl Friedman haar inmiddels alom geprezen debuut.
128 pagina's