Week 14 Nederlands 2G

Nederlands 2 G week 14
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with text slides.

Items in this lesson

Nederlands 2 G week 14

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Afspraken in de les

Algemene afspraken m.b.t. corona!


  • Je hebt je spullen op orde. Je hebt bij je: Kern (Nederlands lesboek), een schrift, een leesboek, een agenda en pen/papier.
  • Spullen niet op orde: BV op Magister. Dit geldt ook voor je agenda!
  • Huiswerk niet op orde: HV op magister (ook als je huiswerk voor een deel af is).
  • Mobiele telefoons/tablets niet toegestaan in de les, tenzij de docent het aangeeft.
  • Twee keer waarschuwen moet voldoende zijn! Zo niet, na de les bij de docent melden en dan maken we een afspraak hoe het in het vervolg beter kan in de les.

Slide 3 - Slide

Maar eerst...
 even ontspannen met een goed boek!

Slide 4 - Slide

Week 14 3 april t/m 7 april 2023
  • Boeken periode 3: thema oorlog
  •  ukjtr=> code LessonUp
  • Proefwerk leesvaardigheid 12/4 6e uur en 7e uur!
  • Let op: hoofdstuk 34 hoeft niet
  • Inzage leestoets en schrijftoets afmaken
  • Samenvatting: zie lesstof
  • Opdracht presentatie

Slide 5 - Slide

Leesvaardigheid
12 april'

17 april presentatie inleveren

Slide 6 - Slide

Leerdoelen
Deze week:
  • leer je onderwerp en hoofdgedachte te onderscheiden
  • leer je wat hoofd- en bijzaken zijn in een tekst en hoe je ze kunt onderscheiden.

Slide 7 - Slide

Weektaak 14
  • Lees het artikel op bladzijde 136
  • Maak opdracht 7 en 8 op bladzijde 137
  • Klaar? Pak je leesboek.

Slide 8 - Slide

PTD rapportperiode 3 













Herhaling taalverzorging (spelling totaal)

45 min

(1x)

NEE

104

SO

Boekentoets (2 boeken)

45 min

VK

NEE


Nr.
Toets-vorm
Leerstof/  Leerdoel
Tijd
Weging
Her-
kans
301
PW
Leesvaardigheid
H. 2, 3, 4, 17, 18, 19
H. 32 en H. 33 
90
3
Nee
302
SO
Spreekvaardig-heid (maatsch. onderwerp)
10 min
1
Nee
303
SO
Boekentoets (2 boeken)
45 min
1
Nee

Slide 9 - Slide

Boekenlijst 2 G - periode 3
1. Haar naam was Sarah                                Tatiana de Rosnay
2. Het dagboek van Anne Frank                  Anne Frank
3. Stilte heeft een eigen stem                      Ruta Sepetijs
4. De gelukvinder                                                Vendel/Elman
5. 't Hooge Nest                                                    Roxane van Iperen
6. Het meisje met de vlechtjes                      Wilma Geldof








Boek 2





Boek 3





Boek 4






Slide 10 - Slide

Uitleg theorie
Op de volgende dia's wordt de lesstof van deze week behandeld.

Slide 11 - Slide

32. Onderwerp en hoofdgedachte (p.130)

Slide 12 - Slide

32. Onderwerp en hoofdgedachte (p.130)

Slide 13 - Slide

32. Onderwerp en hoofdgedachte (p.130)

Slide 14 - Slide

32. Onderwerp en hoofdgedachte (p.130)

Slide 15 - Slide

32. Onderwerp en hoofdgedachte (p.130)
In sommige teksten moet je de hoofdgedachte zelf formuleren.


De hoofdgedachte is het antwoord op de vraag: "Wat zegt de auteur over het onderwerp?" en geeft een samenvatting van de tekst in één zin.

Slide 16 - Slide

33. Hoofd- en bijzaken (p. 134)

Slide 17 - Slide

33. Hoofd- en bijzaken (p. 134)

Slide 18 - Slide

33. Hoofd- en bijzaken (p. 134)

Slide 19 - Slide

Evaluatie
  • Wat was het lesdoel en heb je voor jezelf het gevoel dat je lesdoel is behaald?

  • leer je onderwerp en hoofdgedachte te onderscheiden
  • leer je wat hoofd- en bijzaken zijn in een tekst en hoe je ze kunt onderscheiden.

Slide 20 - Slide

Nakijken weektaak 

Slide 21 - Slide

Weektaak 13
  • Lees de theorie op bladzijde 134
  • Maak opdracht 1 t/m 4 op bladzijde 134/135

Slide 22 - Slide

Opdracht 1 bladzijde 134
Hoofdzaken zijn belangrijk voor de tekst, je kunt ze niet weglaten. Bijzaken zou je wel kunnen weglaten, het is extra informatie.

Slide 23 - Slide

Opdracht 2 bladzijde 134
 a bijzaak
 b hoofdzaak
 c hoofdzaak
 d bijzaak
 e hoofdzaak
 f bijzaak
 g hoofdzaak
 h bijzaak

Slide 24 - Slide

Opdracht 3 bladzijde 134
a Groot-Brittannië lijkt bijzonder veel tegen dierenleed te willen doen.
  De nieuwe maatregel volgt als reactie op een aantal ernstige zaken, waar de rechtbank het gevoel had dat de maximumstraf eigenlijk niet genoeg was.
  In Nederland wordt dierenmishandeling sinds een aantal jaar ook harder aangepakt.

Slide 25 - Slide

Opdracht 3 bladzijde 134
Bijvoorbeeld: Ook is het dan mogelijk iemand het recht om een huisdier te hebben af te nemen.
  Zo heeft er een zaak gediend van een man die puppy’s kocht om ze systematisch te mishandelen en zelfs te doden.
  Minister van Milieu, Voedsel en Plattelandszaken Michael Grove vertelt: ‘We moeten ervoor zorgen dat de mensen die de schokkendste dierenmishandelingen plegen, toepasselijke zware straffen krijgen.’

Slide 26 - Slide

Opdracht 4 bladzijde 135
a 1 hoofdzaak
  2 hoofdzaak
  3 bijzaak
  4 bijzaak
  5 hoofdzaak
  6 bijzaak
 b De voorbeelden van wat Porter in andere shows doet is niet zo relevant. In dit stukje gaat het om hoe het optreden in Carré is geweest. Zinnen daarover zijn de hoofdzaken.

Slide 27 - Slide

Opdracht 7 bladzijde 137
a - omdat ze geen zin in school hebben
  - omdat ze de opleiding niks aan vinden
  - omdat ze worstelen met psychische, sociale en/of emotionele problemen
 b Mensen maken zich zorgen over deze jongeren, omdat ze thuis komen te zitten zonder diploma, wat ervoor kan zorgen dat ze een uitkering krijgen of erger nog: in de criminaliteit terechtkomen.
 c Gameverslaafden vallen onder de laatste groep spijbelaars, verslaving is namelijk een psychisch probleem waar iemand professionele hulp bij nodig heeft.

Slide 28 - Slide

Opdracht 7 bladzijde 137
d Jongeren kunnen soms goede redenen hebben om niet naar school te willen, maar dat kun je niet afleiden uit de cijfers over spijbelaars.
 e Dit is belangrijk omdat er achter het verzuimgedrag diepere problemen kunnen schuilen. Door absentie aan te geven kan voorkomen worden dat iemand helemaal uitvalt.
 f Eigen antwoord.


Slide 29 - Slide

Opdracht 8 bladzijde 137
a hoofdzaak, deze zin kun je niet weglaten.
 b bijzaak, dit is extra uitleg bij de zin a en kan worden weggelaten.
 c hoofdzaak, deze zin kun je niet weglaten.
 d bijzaak, dit is extra uitleg bij zin c en wijst terug op zin a.
 e bijzaak, dit is extra informatie bij zin d.
 f hoofdzaak, deze zin kun je niet weglaten.
 g bijzaak, dit is geen benodigde informatie voor het verhaal.

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide