Argumentatieschema's

3. Argumentatieschema's
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

3. Argumentatieschema's

Slide 1 - Slide

argumentatie/ redenering

Het geheel van standpunt en argumenten wordt een argumentatie of redenering genoemd.


Slide 2 - Slide

argumentatieschema

Argumentatiestructuur: de manier waarop argumenten aan een standpunt hangen --> 4 basisstructuren

Argumentatieschema's: soorten argumentatie --> 6 argumentatieschema's

Slide 3 - Slide

4 argumentatiestructuren
1. enkelvoudig
2. onderschikkend
3. nevenschikkend met onafhankelijke argumenten
4. nevenschikkend met afhankelijke argumenten

Slide 4 - Slide

Enkelvoudig
Standpunt + argument

Het bezoek aan de Efteling veel tegen, want er waren veel attracties gesloten.

Slide 5 - Slide

Onderschikkend
Ketenargumentatie: je legt uit waarom dat argument klopt. Argument voor je argument.

Het bezoek aan de Efteling viel tegen, want veel attracties waren gesloten. Er was namelijk een stroomstroming die niet opgelost kon worden.

Slide 6 - Slide

Nevenschikkend: onafhankelijk
Je gebruikt meer dan 1 argument.
De argumenten staan los van elkaar (opsomming):

Het bezoek aan de Efteling viel tegen, want veel attracties waren gesloten, het regende de hele dag en een flesje frisdrank kostte 4 euro.

Losse argumenten die elk een eigen alinea vormen.


Slide 7 - Slide

Nevenschikkend: afhankelijk
Twee of meer argumenten hebben elkaar nodig om het standpunt te onderbouwen.

Het bezoek aan de Efteling viel tegen, want het regende uren achter elkaar, er was geen plek om te schuilen, ik was helemaal doorweekt en ik heb de hele middag lopen bibberen.

1 alinea.

Slide 8 - Slide

Zes argumentatieschema's
  1. Autoriteit
  2. Vergelijking
  3. Voorbeeld
  4. Kenmerk of eigenschap
  5. Oorzaak-gevolg
  6. Voordelen- nadelen

Slide 9 - Slide

Autoriteit
Je mag niet door rood rijden

want dat staat in de wet.

Slide 10 - Slide

Autoriteit
Je moet minimaal twee keer per dag je tanden poetsen 

want dat zegt de tandarts

Slide 11 - Slide

Vergelijking
Je kunt best een voldoende halen voor deze toets 

want Abel is het ook gelukt

Slide 12 - Slide

Vergelijking
Nederland moet meer investeren in duurzaamheid

want Duitsland doet dat ook.

Slide 13 - Slide

Voorbeeld
Een topfunctie is zeker haalbaar voor Nederlandse vrouwen 

want Sigrid Kaag is al jarenlang vice premier

Slide 14 - Slide

Kenmerk of eigenschap
Raf is een goede zanger

want hij zingt altijd zuiver.

Slide 15 - Slide

Oorzaak - gevolg
Hij heeft een onvoldoende gehaald (gevolg + standpunt)

want hij heeft weer 's niets voorbereid (oorzaak + argument)

Slide 16 - Slide

Oorzaak - gevolg
Dit is een gevaarlijke kruising (oorzaak + standpunt

want er gebeuren hier veel ongelukken (gevolg + argument)

Slide 17 - Slide

Voordelen-nadelen
Laten we deze zomer met vakantie naar Frankrijk gaan (advies/wens/keuze
want dan hebben we de grootste kans op mooi weer
(voordeel/nadeel)

Slide 18 - Slide

Voordelen-nadelen
We zouden eigenlijk niet naar het WK moeten kijken (waarderend standpunt

want er worden mensenrechten geschonden in Qatar, het is geen voetballand en de bouw van zo veel stadions is slecht voor het milieu (nadelen)

Slide 19 - Slide

Welk argumentatieschema wordt gebruikt in de volgende argumentaties/ redeneringen?

Slide 20 - Slide

Natuurlijk is hij tegen de bio-industrie: hij is vegetariër.
A
Voordelen-nadelen
B
Vergelijking
C
Kenmerk-eigenschap
D
Oorzaak-gevolg

Slide 21 - Quiz

Volgens Willem van Haneghem moest Feyenoord meer investeren in jonge voetballers. Daarom is de jeugdopleiding van de club grondig aangepakt.
A
Voordelen-nadelen
B
Kenmerk of eigenschap
C
Vergelijking
D
Autoriteit

Slide 22 - Quiz

Computergames kunnen een slechte invloed hebben op studieresultaten. Kijk maar naar mijn broertje: door de games komt hij niet meer aan zijn huiswerk toe.
A
Voorbeeld
B
Oorzaak-gevolg
C
Vergelijking
D
Autoriteit

Slide 23 - Quiz

Hoe kun je nou denken dat je een goed cijfer gaat halen? Je bent gisteren pas begonnen met leren.
A
Autoriteit
B
Oorzaak-gevolg
C
Voordelen-nadelen
D
Voorbeeld

Slide 24 - Quiz

Mobieltjes zijn verboden tijdens de les, anders hebben de leerlingen totaal geen aandacht voor hetgeen de docent uitlegt.
A
Kenmerk of eigenschap
B
Voordelen-nadelen
C
Vergelijking
D
Oorzaak-gevolg

Slide 25 - Quiz

Aan de slag!

Pagina 206-208opdracht 1 t/m 6

Slide 26 - Slide