5.4 Warmtetransport

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Warmtetransport

Hoofdstuk 5

Paragraaf 4

Planning

Leerdoelen

Uitleg 

Oefenen

Leerdoelen

Je leert hoe warmte van de ene plaats naar de andere plaats gaat. 

Warmtetransport

Warmte gaat van een plek met een hoge temperatuur naar een plek met een lage temperatuur. 

Hoog > Laag

Warmtegeleiding

Warmtetransport door een vaste stof.

De pan is een geleider.

Een geleider geleidt de warmte goed. 

Alle metalen zijn een goede geleider.

Warmtegeleiding

Warmtetransport door een vaste stof.

Het handvat is een isolator.

Een isolator is een stof die de warmte slecht geleidt. 

Wat is een goede geleider?

1. Kunststof
2. Aluminium
3. Lucht
4. Papier

Wat is een goede isolator?

1. Messing
2. Zilver
3. Hout
4. IJzer

Warmtestroming

Lucht is een gas. 

Warme lucht stijgt op.

Warmtestroming vindt plaats bij gassen en vloeistoffen. 

Warmtestroming

Warm water stijgt ook op.

(Dichtheid)

Warmtestroming vindt plaats bij gassen en vloeistoffen. 

Warmtestraling

Straling is warmtetransport zonder contact met andere stoffen. 

Zon en aarde

Warmtestraling = IR-straling