MAVO 2: Introductieles

Introductieles Geschiedenis. 
1 / 26
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Introductieles Geschiedenis. 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we vandaag doen:
- Voorstellen, regels afspreken. 
- Kennis van vorige jaar testen.
- De onderwerpen van dit jaar.
- Wat je heb je nodig voor dit vak?
- Aan de slag. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Voorstellen:
Mijn naam is Mevrouw Masbeh

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Voorstellen:
30 seconden om jezelf voor te stellen:
- Naam
- Je favoriete onderwerp uit de geschiedenis

(Tip: als je op vakantie bent geweest kun je hier ook een voorbeeld uit de geschiedenis van noemen, bijvoorbeeld:
Italië en het Romeinse Rijk.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

De basisregels:

- Wanneer ik praat zijn jullie stil.
- Wanneer je wat wil zeggen steek je je vinger op en wacht je tot je wat mag zeggen.
- We laten elkaar uitpraten.
- Aan het begin van de les leg je je spullen klaar en wacht je op instructies.
- Het lokaal houd je netjes! Ruim rommel op!

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat heb je nodig?


  • Boek: Geschiedeniswerkplaats Informatieboek en werkboek.
  • Laptop (het liefst opgeladen) 
  • Aantekeningenschrift met pen

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Leerjaar 2 : Welke tijdvakken? 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Regenten en vorsten

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Regenten en vorsten
VOC/Kruiden

Slide 9 - Slide

kruidnagel (in stoofgerechten NL of currys in India) 

Peper (kennen we allemaal) 

Nootmuskaat (groentes bijv sperziebonen of bloemkool, aardappel puree en kaassaus) 

We gaan het over een bepaalde eeuw hebben. Wat zijn eeuwen? Waarom hebben we het over deze eeuw? Deze is heel bijzonder. Gouden eeuw, we verdienen veel geld. 
Tijd van regenten en vorsten
Grachten en Herenhuizen

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Regenten en vorsten

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wie was Filips II?
A
Hij is de vader des vaderlands.
B
Hij was de vorst van Spanje en de Nederlanden.
C
Hij was een protestant.
D
Hij begon de beeldenstorm.

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Alexander de Grote was egoïstisch om zoveel steden naar zichzelf te vernoemen
A
Feit
B
Mening

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Uit welke periode hebben we GEEN geschreven bronnen?
A
De tijd van regenten en vorsten
B
De tijd van Grieken en Romeinen
C
Tijd van monniken en ridders
D
Tijd van jagers en boeren

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Ötzi de IJsmummie
A
geschreven, primaire bron
B
geschreven, secundaire bron
C
ongeschreven, primaire bron
D
ongeschreven, secundaire bron

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

216 n. Chr. is de ……. eeuw n. Chr.
A
1e
B
2e
C
3e
D
4e

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions


Dankzij de .... was Egypte een vruchtbaar land
A
Rijn
B
Nijl
C
Tigris
D
Eufraat

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions


Waar is de Islam ontstaan?
A
Arabië
B
China
C
Spanje
D
Turkije

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions


In het oude Egypte geloofde men in ...
A
Meerdere goden
B
Een enkele god
C
Geen goden
D
Ajax

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Waarom werd Julius Caesar vermoord?
A
Hij was een slechte keizer
B
Hij werd te machtig
C
Hij had de keizer beledigd
D
Hij had een veldslag verloren

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Horigen
A
Boeren met een eigen stukje land
B
Boeren die wonen en werken op land heer

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wie was Willem van Oranje
A
De leider van de Nederlandse opstand
B
De koning van Nederland
C
De leider van Spanje
D
Stadhouder van Nederland

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Welk tijdvak van deze tijdvakken is het oudst?
A
Tijd van televisie en computer
B
Tijd van regenten en vorsten
C
Tijd van Steden en staten
D
Tijd van burgers en stoommachines

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noemden de Grieken alle niet-Grieken?
A
Buitenlanders
B
Vreemdelingen
C
Barbaren
D
Vijanden

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Het Christendom is
A
Polytheïstisch
B
Monotheïstisch

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Waarom was het einddoel van elke kruistocht Jeruzalem?
A
Dit was strategisch de beste stad om het heilige land te veroveren
B
Dit was de grootste stad en daarom het rijkste, hier viel het meeste te halen.
C
Dit was de plek waar Jezus gekruisigd was en dus uit religieus oogpunt het belangrijkste
D
Dit was de plek die de moslims hadden uitgekozen om vanuit te gaan vechten

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions