H3 Werkwoordspelling 3.3 Voltooid deelwoord

3.3 Voltooid deelwoord
1 / 18
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

3.3 Voltooid deelwoord

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Voltooid deelwoord
Een voltooid deelwoord geeft aan dat er iets gebeurd is. Meestal is de persoonsvorm dan een vorm van: zijn, worden of hebben
Vaak begint een voltooid deelwoord met ge-
Anders begint het met be- ont- er- her of ver.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Voltooid deelwoord zwakke werkwoorden
Bij een voltooid deelwoord kijk je naar de stam van het werkwoord. 
- Zit de laatste letter van de stam in ’t x kofschip dan schrijf je op het eind een –t. 
Zit de laatste letter van de stam niet in ’t x kofschip dan schrijf je op het eind een –d. 
Bijv. Hij heeft hard gewerkt. Hij heeft gemopperd.  

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

ezelsbruggetje

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

oefenen voltooid deelwoord
van zwakke werkwoorden

een werkwoord dat geen persoonsvorm is

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

werkwoordspelling

Een voltooid deelwoord
A
Beantwoort
B
beantwoor
C
beantwoord
D
beantwoordt

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Werkwoordspelling heeft de klas vaker (oefenen).
A
geoefent
B
geoefend
C
geoefendt
D
ge-oefend

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

werkwoordspelling VD
A
hij heeft de boel belazerd
B
hij heeft de boel belazert

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

werkwoordspelling
A
Het hout is opgebrandt.
B
Het hout is opgebrand.
C
Het hout is opgebrant.

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Voltooid deelwoord sterke werkwoorden
Als je op het eind van een voltooid deelwoord –en hoort, dan schrijf je dat natuurlijk ook. 

Bijv. Zij heeft snel gezwommen
Andere voorbeelden: gegeven, genomen, geschreven

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

oefenen voltooid deelwoord
van sterke werkwoorden

een werkwoord dat geen persoonsvorm is

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Voor het onderzoek werd een nieuw type glasvezelkabel ... .
A
geontwerpt
B
ontwerpt
C
ontworpen
D
ontgewerpt

Slide 12 - Quiz

Ontwerpen is een sterk werkwoord. 
Ik ontwerp - ik ontwierp

Als voltooid deelwoord schrijf je op wat je hoort. 
voltooid deelwoorden van sterke werkwoorden
A
bestaan niet
B
eindigen meestal op -d
C
eindigen meestal op -en
D
eindigen vaak op -t

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Waarom heb jij dat GEDAAN?

Wat kun je over dit werkwoord zeggen?
A
Het is de persoonsvorm en staat in de tegenwoordige tijd enkelvoud.
B
Het is de persoonsvorm en staat in de tegenwoordige tijd meervoud.
C
Het is niet de persoonsvorm. Het is een voltooid deelwoord.
D
Het is de persoonsvorm en het staat in de verleden tijd. Het is een sterk werkwoord.

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

sterk werkwoord: het voltooid deelwoord van 'zijn'
A
zijnde
B
zijn
C
geweest

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

sterk werkwoord. Het voltooid deelwoord van blijven
A
geblijven
B
gebleven
C
gebleedf
D
gebleeft

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

sterk werkwoord: het voltooid deelwoord van schenken
A
geschenkt
B
geschonken
C
geschenkd

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Opdrachten nog niet gemaakt?
Blz. 171-174, opdrachten 1-2-3-4-5-6
Rustig werktempo? Maak 1-2-4-6

Digitaal: opdrachten 1-2-3-4-5-6 + extra opdrachten

Slide 18 - Slide

This item has no instructions