4.1 - Significantie

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Numerieke data

Nauwkeurigheid

• tussen 3,6 en 3,7

• tussen 4,8 en 4,9

• tussen 7,5 en 7,6 

Significante cijfers

• Significante cijfers (s.c.) zijn cijfers die binnen de nauwkeurigheid van de meting vallen. Ze bepalen de nauwkeurigheid van de meetwaarde.
  
• Hoe meer s.c. hoe nauwkeuriger de meting dus is.
  

Significante cijfers

• Het aantal getallen van een meetwaarde is het aantal significante cijfers (of de significantie).
  
• Begin-nullen zijn niet significant
  
• Eind-nullen zijn wel significant

0,05 = dus 1 s.c.

5,00 = dus 3 s.c.

6,23
Hoeveel significante cijfers?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

5,4 L
Hoeveel significante cijfers?

1. 0
2. 1
3. 2
4. 3

100 A
Hoeveel significante cijfers?

1. 0
2. 1
3. 2
4. 3

090 mol
Hoeveel significante cijfers?

1. 0
2. 1
3. 2
4. 3

Het aantal significantie cijfers van
0,05000

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Uit hoeveel significante cijfers bestaat dit getal: 0,345 g

1. 4
2. 1
3. 3
4. Kun je zo niet bepalen

Uit hoeveel significante cijfers bestaat dit getal: 0,0002 mL

1. 1
2. 5
3. 4
4. kun je zo niet bepalen

• Als je 0,18 L aceton wilt weergeven, kom je uit op 180 mL.
  
• Is het aantal significante cijfers veranderd?
  
• JA van 2 naar 3, dat is niet toegestaan.
  
• Dus daarom maken we gebruik van de wetenschappelijke notatie.

• Dat is een getal tussen 1 en 10 vermenigvuldigd met een macht van 10.
  
• Voor 180 mL is dat dus 1,8·102 mL
  
• Als je het wil opschrijven in kubieke meters kom je uit op
  
• 0,18 : 1000 = 0,00018 m3
  
• In wetenschappelijke notatie is dat 1,8·10-4 m3

Wetenschappelijke notatie

alt+0179 zorgt voor m³

090 mol
Hoeveel significante cijfers?

0,05·10-3 m

Hoeveel significante cijfers? 

1. 0
2. 1
3. 2
4. 3

090 mol
Hoeveel significante cijfers?

31,5·10-4 A

Hoeveel significante cijfers? 

1. 0
2. 1
3. 2
4. 3

Geef de waarde van de lichtsnelheid in 3 significantie.

1. 2,99 10^8 m/s
2. 3,00 10^8 m/s
3. 2,998 10^8 m/s
4. het goede antwoord staat er niet bij

Reken uit met behoud van significantie
14,84+5,16

1. 20
2. 20,0
3. 20,00
4. 2

Geef het juiste antwoord:

12,0 g : 2,0 m3 = ..... g/m3 

1. 6,0 g/m3
2. 6,00 g/m3
3. 6 g/m3

Geef het juiste antwoord:
0,48 L + 0,02 L =... L

1. 0,50 L
2. 0,5 L

Schrijf zonder wetenschappelijke notatie:

6,358⋅10​1​​

Schrijf in wetenschappelijke notatie: 25,6

*10^1

In de wetenschappelijke notatie...

1. 10​4​​
2. 10​5​​
3. 10​6​​
4. 10​7​​

Wat is de juiste wetenschappelijke notatie?
0,0009

1. 9*10^3
2. 9*10^4
3. 9*10^-3
4. 9*10^-4

5,0 m³ = ... dm³

1. 5,0*10^-3
2. 5,0*10³
3. 50
4. 5,0*10^9

En nu in een berekening

Deze vraag maak je op papier en ik loop rond.

Wat is de massa van 112 mL ethanol?

Beantwoord vraag a.
Let op significantie

Beantwoord vraag b.
Let op significantie

Beantwoord vraag c.
Let op significantie

Huiswerk

Vrijdag 11 november '22

• Maken en nakijken §4.1
• Opdracht 7 t/m 17