Les 10 Text/Kapitel 1/Sprechen - 13 dec

1 / 13
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide


1. Stunde

Text - Text

Mondeling en toetsstof  voor repetitie in januari

Hören 

Mondeling



Woots luistertoets??????????!!!!!!!!!!! 





Slide 2 - Slide

Dienstag, 12. Dezember kerstmarkt Aken


Weihnachtsmarkt

Es war toll, wir hatten Spaß!!


Slide 3 - Slide

Mondelingen schema(zie SOM)
1. jezelf voorstellen 
- Familie/ Schule/Fächer/ Lehrer/ Sport/Hobby
  (leer zinnen uit je stencil)

2. -een voorwerp van jezelf
    - een voorwerp van de docent

3. gesprekjes zoals in je stencils
   ( je krijgt er 2)

PTA bekijken



Slide 4 - Slide

Toetsstof voor de repetitie in de toetsweek van 15  januari 2024

Leren:
Wörter:  Seite 48/49
Grammatik : 
- sterke werkwoorden - Seite 50 
- persoonlijke vnw. - Seite  220 & Seite 51 voorzetsels 
Sätze - leer de zinnen op Seite 51 

Jetzt(nu)
Antworten Aufgabe 17 & 18 Seite 97/99

Hören Seite 62/63 - Aufgabe 11/12

Slide 5 - Slide

Mondelingen maandag 18 en woensdag 20 december

1. voorstellen

2. een voorwerp beschrijven 92x)

3. een gesprekssituatie -


üben !!!

Slide 6 - Slide

Start: Text 15 Aufgabe  -  Seite 94
  • kijk naar titel, kopjes en plaatjes  
  • voorkennis activeren        
  • bekijk de eerste vraag                              
  • ga lezen en onderstrepen                      
  • formuleer in je hoofd het antwoord                    

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Nakijken Aufgabe 25    -kijk op Seite 27 & 220

Hausaufgaben:
Neu Aufgabe   26 - Seite 30/31
Text Aufgabe 11 & 12 Seite 90/91
Woots luistertoets

2. Stunde -
- Sprechen Seite 33 oefenen
  Aufgabe 30 t/m 32

- Woots luistertoets maken





Slide 9 - Slide

 Grammatik Seite 27
Voorzetsels 3e en 4e naamval & Seite 220 persoonlijke vnw

das Auto
Ich komme mit (+3) dem Auto

die Frau
Er geht zu( +3) der Frau                                                zu + der = zur (naar de)
                                                                                           zu + dem = zum (naar de/het)
der Mann
Simon prallt(botst) gegen(+4) den Mann.

hij - hem
Nach dem Fussball fahren wir zu ihm(hem)











Slide 10 - Slide

Na de voorzetsels veranderen: Seite 27

1.  de lidwoorden (de, het , een)         blz. 220, 221, 222!!!!!!!!!!
2. de persoonlijk vnw. (mij, jou, hem)

Vul in:
1. Wer kommt morgen zu ............(ik).

2. Nein, ich muß mit mein........... Mutter(v) zu  d.......... Arzt(m)

3. Kannst du ohne .............(ik) anfangen?

4. Nein, ich habe von d........ Arzt(m) gehört, daß meine Mutter nicht alleine kommen kann.

Slide 11 - Slide

Hausaufgaben für Mittwoch:

Machen Aufgabe 22, 23 - Seite 28
Leren Seite 27 - voorzetsels uit je hoofd leren

Examentekst Aufgabe 5 - Seite 85

- Luistertoets staat klaar in Woots

Slide 12 - Slide

Mondeling:

1. jezelf voorstellen - al voorbereid - üben
  - gebruik voor je mondeling de zinnen van de stencils
2. voorwerpen beschrijven - stencil
3. Situaties


Wer bin ich?
(Wie ben ik?)

Slide 13 - Slide