De student:
13. Benoemt drie onderdelen van de behandeling van angina pectoris en legt uit wat deze behandelingen inhouden.
14. Benoemt het verschil tussen (instabiele) angina pectoris en een hartinfarct.
15. Benoemt minimaal vijf klachten van een myocardinfarct.
16. Geeft aan hoe de diagnose myocard infarct gesteld wordt.
17. Legt de mogelijke gevolgen van een myocard infarct uit.
18. Benoemt de therapie in de acute en chronische fase.
19. Omschrijft kort wat decompensatio cordis is.