H1.3 exponentieel verband

Welkom!
1 / 24
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom!

Slide 1 - Slide

Welkom!

Slide 2 - Slide

Regels
Kom voorbereid in de les
Stil tijdens de uitleg
Vragen? Steek je hand op!
Tijdens zw mag je zachtjes praten
geen eten, geen drinken, geen telefoon


Slide 3 - Slide

Jaaroverzicht

Slide 4 - Slide

ET 1
H1 & H3
Verbanden, grafieken, formules, vergelijkingen oplossen
PO 1
Statistiek
Onderzoek doen in een groepje
ET 2
Goniometrie
Sinus, cosinus, tangens
ET 3
H5
rekenen meten schatten
ET 4
H6 & H8
meetkunde (oa goniometrie)
ET 5
H7
verbanden (allerlei grafieken en formules

Slide 5 - Slide

ET 1 Verbanden 1
H1.3 en H1.4 : exponentiële verbanden
H3:                     verschillende verbanden, 
                            formules, tabellen en grafieken, 
                            vergelijkingen oplossen

Slide 6 - Slide

Vandaag
  • Exponentieel verband
  • de algemene formule
  • toename berekenen

Slide 7 - Slide

Exponentieel verband
  • Een verband met een macht in de formule
  • Macht: 4
  • 4 is grondtal
  • 5 is exponent
  • Exponent is variabele (en verandert dus!)

Slide 8 - Slide

Wat is de exponent in de macht:

A
5
B
3
C
4
D
34

Slide 9 - Quiz

Exponentieel verband
  • Een verband met een macht in de formule
  • De exponent is de variabele
 
  • Bijvoorbeeld: aantal zeehonden = 20 x 3t
       met de t is de tijd in jaren

Slide 10 - Slide

Exponentieel verband
  • Een verband met een macht in de formule
  • De exponent is de variabele
 
  • Bijvoorbeeld: aantal zeehonden = 20 x 3t
       met de t is de tijd in jaren

Slide 11 - Slide

Exponentieel verband
algemene formule                                    LEER DEZE UIT JE HOOFD
aantal = begingetal x groeifactortijd

Slide 12 - Slide

Exponentieel verband
algemene formule                                    LEER DEZE UIT JE HOOFD
aantal = begingetal x groeifactortijd


de tijd kan in dagen, weken, maanden, jaren, .... zijn

Slide 13 - Slide

Exponentieel verband
                                                                    




 

Het begingetal is 20
tijd in jaren
0
1
2
3
4
5
aantal zeehonden
20
60
180
540
1620
4860

Slide 14 - Slide

Exponentieel verband
                                                                          + 1             + 1 





                                                                        x 3                x 3
De groeifactor is 3
tijd in jaren
0
1
2
3
4
5
aantal zeehonden
20
60
180
540
1620
4860

Slide 15 - Slide

Exponentieel verband
                                                               


  • Algemene formule:    aantal = begingetal x groeifactortijd     
  •                                             begingetal = 20
  •                                             groeifactor = 3
  • Invullen geeft:             aantal zeehonden = 20 x 3t
tijd in jaren
0
1
2
3
4
5
aantal zeehonden
20
60
180
540
1620
4860

Slide 16 - Slide

Exponentieel verband
De grafiek bij een exponentieel verband

aantal zeehonden = 20 x 3tijd

Slide 17 - Slide

Toename berekenen
Soms moet je de toename in een bepaalde week berekenen
zo doe je dat:
Formule: aantal insecten = 20 x 4tijd
Hoeveel insecten komen er in de vierde week bij?

Slide 18 - Slide

Toename berekenen
Soms moet je de toename in een bepaalde week berekenen
zo doe je dat:

Slide 19 - Slide

Toename berekenen
Formule: aantal insecten = 20 x 4tijd
Hoeveel insecten komen er in de vierde week bij?

De vierde week loopt van t = 3 tot en met t = 4
Bereken het aantal insecten voor t = 3 en t = 4


Slide 20 - Slide

Toename berekenen
Formule: aantal insecten = 20 x 4tijd
Hoeveel insecten komen er in de vierde week bij?

                                                     1e week        2e           3e        4e
                                                                           


tijd in weken
0
1
2
3
4
aantal insecten
20
80
320
1280
5120

Slide 21 - Slide

Toename berekenen
Formule: aantal insecten = 20 x 4tijd
Hoeveel insecten komen er in de vierde week bij?

De vierde week loopt van t = 3 tot en met t = 4
t = 3 --> aantal = 20 x 43 = 1280
t = 4 --> aantal = 20 x 44 = 5120


Slide 22 - Slide

Toename berekenen
Formule: aantal insecten = 20 x 4tijd
Hoeveel insecten komen er in de vierde week bij?

t = 3 --> aantal = 20 x 43 = 1280
t = 4 --> aantal = 20 x 44 = 5120
De toename in de vierde week = 5120 - 1280 = 3840

Slide 23 - Slide

ZW H1.3 
Blz. 22 van je boek
Maak opgave: 32 t/m 33, 38 t/m 40
Kijk je werk na en verbeter je fouten

Slide 24 - Slide