Persoonlijke Verzorging afronding P3 2024-2025

Herhalingsles Persoonlijke verzorging 
1 / 28
next
Slide 1: Slide
VerzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhalingsles Persoonlijke verzorging 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat is de juiste volgorde die je hanteert bij het wassen van een cliënt
A
Armen - Borstkas - buik - onderlichaam - hoofd - rug - benen - voeten -
B
Hoofd – Armen – Borstkas – Rug – Buik – Benen – Voeten - Onderlichaam
C
Voeten - benen - onderlichaam - buik - borstkas - rug - hoofd
D
Geen van bovenstaande antwoorden

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Een te hoog of te laag lichaamsgewicht kan ziekte veroorzaken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Wat wordt bedoeld met de term Autonomie?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Wat wordt bedoeld met een beperking?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Waarom is de juiste handhygiëne belangrijk?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Als je overgewicht hebt, kan de kans op welke ziekte(s) toenemen?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Ondervoeding komt zelden voor in Nederland
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

5. Waar staan de letters ADL voor?
timer
1:00
A
Altijd duidelijk en leerzaam
B
Algemene depressieve levens
C
Algemene dagelijkse levensverrichtingen
D
Algemene dagelijkse levens

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

7. Zelfredzaamheid is de mate waarin een cliënt in staat is ..........
timer
1:00
A
zichzelf te redden en voor zichzelf te zorgen
B
zichzelf te redden en voor anderen te zorgen
C
zichzelf te redden
D
zichzelf te redden, voor anderen en voor zichzelf te zorgen

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Een motorische beperking is een stoornis in of aan de ledematen, waardoor iemand gehinderd wordt in handelen en/of bewegen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Persoonlijke verzorging heeft alleen een lichamelijke functie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Ook een sociale en psychische functie 
Je eigen waarden en normen zijn belangrijker in je werk dan de waarden en normen van een cliënt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Welk hulpmiddel zie je hier?
A
Aankleedstok
B
Schoenlepel
C
Dof n donner

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Welk hulpmiddel zie je hier?
A
Aankleedstok
B
Schoenlepel
C
Dof n donner

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Omgaan met andere mensen
Verwaarlozing
Hygiene heeft verschillende functies. Sleep de functie naar het juist begrip.
Ziektekiemen en bacterieen verwijderen
Sociale functie
Psychische functie
Lichamelijke functie

Slide 16 - Drag question

This item has no instructions

Welk hulpmiddel zie je hier
A
Aankleedstok
B
Dof n donner
C
Knopenhaakje

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Welk stadium van decubitus is dit?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Uit welke lagen bestaat de huid?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Welke bewering is waar?
A
Een compeet gebit bestaat uit 32 tanden en kiezen
B
Een compleet gebit bestaat 4 kaakhelften
C
Het melkgebit bestaat uit 30 tanden en kiezen

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Waar of niet waar?
Candidose of spruw is een schimmelinfectie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Waar of niet waar?
Een kunstgebit poets je met tandpasta.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen reden om een handmassage toe te passen?
A
Het wegnemen van spanning
B
Middel om contact te maken met mensen met dementie
C
Rustgevend en ontspannend
D
Het verwijderen van ziektekiemen

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Wat kan je allemaal observeren bij de client tijdens het wassen?
A
Huidskleur/ temperatuur
B
Conditie van de huid
C
Geur/wonden
D
Huidaandoeningen/ afwijkingen

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Welke stelling over smetplekken klopt? Smetplekken...
A
Was je goed, zonder zeep en dep je heel goed droog.
B
was je goed met zeep en dep je heel goed droog.
C
was je zo weinig mogelijk en behandel je met Engels pluksel

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

De bristol kaart is een meetinstrument...
A
Om de hoeveelheid urine te catgoriseren
B
Om de kleur van je ontlasting te categoriseren
C
Om de vorm van je ontalsting te categoriseren
D
Om de kleur van je urine te categoriseren.

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Wat kunnen geen oorzaken zijn van verstoring van de uitscheiding?
A
Prostaatvergroting, verzakking van de buikorganen, immobiliteit
B
Verminderde voediing- en vochtinname
C
Stofwisselingproblemen
D
Hoge bloeddruk

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Als een client een positieve vochtbalans heeft aan het einde van de dag...
A
dan heeft de client voldoende gedronken
B
dan heeft de client meer gedronken dan dat er is uitgescheiden. Er is vocht achtergebleven in het lijf.
C
dan heeft de client minder gedronken dan dat er is uitgescheiden. Er is minder vocht achter gebleven in het lijf.

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions