HNE Duits M2 les 4 K1 em2a

Guten Morgen
1 / 36
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1,2

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Guten Morgen

Slide 1 - Slide

Herzlich Willkommen im Deutschunterricht!
Heute braucht ihr:
- Laptop
- Buch
- Kugelschreiber
Dienstag 10. September 2024
meteorologischer Herbst
Woche 37

Slide 2 - Slide

Was machen wir heute?
  • die Zahlen: was wisst ihr noch?
  • wir gehen weiter mit Kapitel 1
  • Bundesländer

Slide 3 - Slide

Am Ende dieser Stunde...
  • heb je de Duitse getallen geoefend;
  • heb je kennisgemaakt met de persoonlijk voornaamwoorden en de sterke werkwoorden haben en sein in het Duits

Slide 4 - Slide

Die Zahlen
We doen een ronde door de klas (je buurman/vrouw) mag helpen. Van eins bis zwanzig und wieder zurück!

Slide 5 - Slide

Logge ein in LessonUP
Grammatik S. 22

Slide 6 - Slide

Welke (Nederlandse) persoonlijk voornaamwoorden ken jij

Slide 7 - Mind map

Personal Pronomen
ich 
du
er/sie/es

wir
ihr
sie/Sie
ik 
jij
hij/zij/het

wij
jullie
zij/u
IDEWIS

Slide 8 - Slide

Wat is de juiste vertaling van "jij"
A
tu
B
du
C
te
D
ihr

Slide 9 - Quiz

Vertaal naar het Duits:
"wij"

Slide 10 - Open question

zijn = sein
ich 
du
er/sie/es

wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist

sind
seid
sind
ik ben
jij bent
hij/zij/het is

wij zijn
jullie zijn
zij zijn

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

ihr .................... (sein)
Schwierig?  Siehe Seite 18
A
bist
B
sind
C
bin
D
seid

Slide 13 - Quiz

welke vorm van "sein" klopt?

A
ich bist
B
ihr seid
C
ihr seit
D
du ist

Slide 14 - Quiz

hij is
er ...
A
bist
B
ist
C
seid
D
sind

Slide 15 - Quiz

het werkwoord sein  
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind
sein
sein

Slide 16 - Drag question

Jetzt Zeit für Hausaufgaben
Mache Übung 11, 12 + 13
timer
8:00

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Welke Bundesländer zijn er?

Slide 19 - Slide

Bundesländer
KREATIV zu zweit:
1 Bundesland zu zweit
Welche Bundesländer habt ihr? – zoek op welke je hebt.
Zoek op, benoem en teken (of zoek plaatjes): Hauptstadt, das größte Gebirge, der größte Fluss, Anzahl der Einwohner
 Mindestens 3 andere Sachen (Städte, Natur, Seen, Sehenswürdigkeiten)  
Volgende week woensdag vertel je iets (in NL) over jullie Bundesland aan de rest van de klas (in NL) – zusammen machen wir Deutschland!

Zorg dat je alles "in" het land tekent en gebruik kleur! Plaatjes kun je naar mij mailen zodat ik die maandag geprint heb.

Slide 20 - Slide

Ihr verdient einen Bonus
+0,1 als je alles hebt gedaan wat je moet doen: 
- aantal inwoners, hoofdstad, grootste berg, grootste/belangrijkste rivier + nog 3 andere bijzondere dingen
+0,1 als je kleur gebruikt hebt: het visueel aantrekkelijk is en past in het Bundesland
+0,1 als je het goed kan presenteren

Slide 21 - Slide

                                 TSCHÜSS
nächste Stunde; Frau Zeyen

Slide 22 - Slide

das deutsche Alphabet (S. 36)
A

Slide 23 - Slide

Welche Buchstaben klingen anders als im Niederländischen

Slide 24 - Mind map

Übung 16, S. 21
bin - zwanzig - Niklas - bist
Nummer - Stuttgart - Udo - Ulrike
Schweiz - Österreich - dreizehn - sein
Deutsch - neun - Freundin - Neumann
Übung 16

Slide 25 - Slide

Buchstabieren:
Typ hier de naam in die je hoort
1

Slide 26 - Open question

Buchstabieren:
Typ hier de naam in die je hoort
2

Slide 27 - Open question

Buchstabieren:
Typ hier de naam in die je hoort
3

Slide 28 - Open question

Bedenk nu hoe je je eigen naam moet spellen. 

Slide 29 - Slide

Übung 18, S. 25
Übung 18

Slide 30 - Slide

Zum Schluß: was wisst ihr noch?
SEIN  
IDEWIS

Slide 31 - Slide

Dit is de "Eszett", hoe spreek je Dit woord uit: "Schluß"
(= slot / einde)
A
schluss
B
schlub
C
schluts

Slide 32 - Quiz

schrijf 1 vorm van "sein" op die je nog hebt onthouden

Slide 33 - Mind map

Waar staat de "w" voor in IDEWIS?

Slide 34 - Open question

einen Moment ...
SLIM STAMPEN (online)

Slide 35 - Slide

13

Slide 36 - Video