Herhaling Hoofdstuk 1! KADER 4

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Herhaling H1: 'Inkomen en Welvaart'

Planning

- Herhaling H1 (In tweetallen)

- Aan de slag! 

- Afsluiting! 

Wat weten jullie nog?

Primaire behoeften

secundaire behoefte

Welke middelen heb je nodig om in behoeften te kunnen voorzien?

1. Geld en ruimte.
2. Ruimte en tijd.
3. Gezondheid en ruimte.
4. Geld en tijd.

Noem 2 vrije goederen:

Wat is een voorbeeld van een schaars goed?

1. Wind.
2. Gas uit je gaspit in de keuken.
3. Zonlicht.
4. Mooie omgeving.

Welke manier om in je behoeften te voorzien is dit:

- Wandelen door een stadspark?

1. consumeren.
2. zelfvoorziening.
3. Natuurlijke hulpbronnen.
4. collectieve voorzieningen.

consumeren = kopen van goederen en diensten

zelfvoorziening = je produceert dan zelf wat je nodig hebt

Collectieve voorzieningen = voorziet de overheid in onze behoeften. Denk aan de aanleg van zwembad, fietspaden, verlichten etc.

Commerciële beïnvloeding

sociale beïnvloeding

De marketingmix (de 6 p's)

Hoe krijg je aandacht voor het product?

Welke producten worden verkocht?

Hoe worden producten gepresenteerd?

Wat voor mensen werken er?

Welke prijs krijgt het product?

Waar is het te koop?

Prijsbeleid

presentatiebeleid

productbeleid

personeelsbeleid

plaatsbeleid

promotiebeleid

Consumentenorganisaties testen producten van verschillende merken.

Wat is een andere taak van consumentenorganisaties?

1. Consumentenorganisaties bepalen zelf hoe lang je garantie krijgt op een product.
2. Consumentenorganisaties komen op voor de belangen van fabrikanten.
3. Consumentenorganisaties geven uitleg over je rechten als consument.
4. Consumentenorganisaties maken wetten met regels over de veiligheid van producten.

Wat is een voorbeeld van duurzaam consumeren?

1. Je koopt iedere dag vlees.
2. Je fietst naar je werk.
3. Je gaat iedere dag met de auto naar het werk.
4. Je bestelt pakketjes die met het vliegtuig naar Nederland komen.

Onder welke inkomensvorm valt zakgeld?

1. arbeid.
2. bezit.
3. overdracht.

De hoogte van iemands inkomen wordt bepaald door:

1. Leeftijd en opleiding.
2. De mate van verantwoordelijkheid in je beroep en ervaring.
3. Je prestaties, en hoe zwaar je werk is.
4. A, B en C zijn juist.

Welvaart 

Welzijn

Aan de slag! 

- Herhalingsopdrachten H1! 

- 1.1: 1,3 en 6

-1.2: 7, 10 en 11

-1.3: 12,15 en 16

-1.4: 18, 19 en 20

Terugblik en Afsluiting! 

- Herhaling en opdrachten 

- Terugblik 

Geef 2 voorbeelden van wat je hebt geleerd.

Hebben jullie nog vragen of lastige onderwerpen uit dit hoofdstuk? Benoem 1 vraag of onderwerp.

Einde!