What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
$6/5 THV - Het werkwoordelijk gezegde
C5 Grammatica
Je leert het werkwoordelijk gezegde van een zin vinden.
Laptop > lesson up
Uitleg + filmpje + quizvragen
Zelfstandig maken opdrachten
Quizvragen > check lesdoel
Afsluiting les > huiswerk + toets opgeven
1 / 17
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
17 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
C5 Grammatica
Je leert het werkwoordelijk gezegde van een zin vinden.
Laptop > lesson up
Uitleg + filmpje + quizvragen
Zelfstandig maken opdrachten
Quizvragen > check lesdoel
Afsluiting les > huiswerk + toets opgeven
Slide 1 - Slide
Wat is volgens jou het werkwoordelijk gezegde ?
Slide 2 - Open question
apps.noordhoff.nl
Slide 3 - Link
Werkwoordelijk gezegde (wg)
Alle werkwoorden in een zin vormen samen het werkwoordelijk gezegde (wg).
Het werkwoordelijk gezegde zegt wat het onderwerp ‘doet’ of wat het onderwerp ‘overkomt’.
Soms bevat het werkwoordelijk gezegde maar één werkwoord (de persoonsvorm), soms zijn het er meer.
Bij scheidbare werkwoorden horen alle stukjes van het werkwoord bij het werkwoordelijk gezegde.
Bijvoorbeeld:
– Thomas zet samen met Sofia de tent op.
pv
= zet,
wg
= zet op (want het hele werkwoord is ‘opzetten’)
Slide 4 - Slide
Even controleren:
De persoonsvorm hoort altijd bij het werkwoordelijk gezegde.
A
juist
B
onjuist
Slide 5 - Quiz
Joris gaat vanavond skaten.
Persoonsvorm (pv) =
A
gaat
B
Joris
C
vanavond
D
gaat skaten
Slide 6 - Quiz
Joris gaat vanavond skaten.
Het werkwoordelijk gezegde (WG)=
A
gaat
B
Joris
C
vanavond
D
gaat skaten
Slide 7 - Quiz
Joris gaat vanavond skaten.
Het onderwerp (OW) =
A
gaat
B
Joris
C
vanavond
D
gaat skaten
Slide 8 - Quiz
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
'Peter heeft gisteren zijn scooterrijbewijs gehaald.'
A
heeft
B
heeft gehaald
C
gehaald
D
Er is geen werkwoordelijk gezegde
Slide 9 - Quiz
Cursus 5 Grammatica
Werkwoordelijk gezegde
NT1A
$6 Opdracht: 1 - 2 - 3 - 5 - 7 - 8
= ook huiswerk voor donderdag (staat in Magister)
Slide 10 - Slide
Nog even controleren:
Een werkwoordelijk gezegde bestaat altijd uit meerdere werkwoorden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quiz
Morgen ga ik fietsen naar school.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
ga
B
ga fietsen
C
fietsen
Slide 12 - Quiz
De groene kat is over straat gelopen.
wat is WWG ?
A
is
B
gelopen
C
is gelopen
Slide 13 - Quiz
werkwoordelijk gezegde?
Hij heeft gisteren zijn pap niet gegeten.
A
hij heeft
B
heeft
C
heeft gegeten
D
heeft zijn pap gegeten
Slide 14 - Quiz
Het werkwoordelijk gezegde?
Wie was er vanmiddag aan het spelen?
A
wie
B
was
C
was spelen
D
was aan het spelen
Slide 15 - Quiz
werkwoordelijk gezegde?
Mijn vader wil mijn kamer opnieuw schilderen.
A
wil
B
wil schilderen
C
wil opnieuw schilderen
D
schilderen
Slide 16 - Quiz
Zelfevaluatie:
Ik kan het werkwoordelijk gezegde van een zin vinden
Ja
Nee
Bijna
Slide 17 - Poll
More lessons like this
$6 KGT - Het werkwoordelijk gezegde
January 2023
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Les 4 (13 september 2024)
September 2024
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 12
THV - SO werkles
December 2022
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Les 5 (21 september 2024)
September 2024
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 12
Les 4 (13 september 2024) Uitgebreid
September 2024
- Lesson with
34 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 12
Onderwerp /pv/werkwoordelijk gezegde
December 2022
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Werkwoordelijk gezegde
October 2024
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Onderwerp /pv/werkwoordelijk gezegde
March 2023
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1