§3.3 parallel en serie

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

 § 3.3 Parallel & Serie

lesdoelen

Ik weet wat een serie- en een parallelschakeling is

Ik weet hoe ik de totale weerstand, spanning en stroom kan berekenen bij een serieschakeling

Ik weet hoe ik de totale weerstand, spanning en stroom kan berekenen bij een parallelschakeling

planning

• opstarten
• uitleg 
• zelf aan het werk
• afsluiting

(5 min)

(10 min)

(30 min)

(5 min)

een weerstand van 3 Ohm heeft een geleidbaarheid van ... Siemen

vorige les

U = I/G en G = 1/R

(of U = I*R en R = 1/G)

Met U de spanning in Volt(V),

I de stroomsterkte in Ampère(A),

G de geleidbaarheid in Siemen(S),

R de weerstand in Ohm(Ω).

In een parallelschakeling is de spanning over de componenten gelijk en wordt de stroom verdeeld.

je kunt de totale geleidbaarheid berekenen door de geleidbaarheden op te tellen.

in een serieschakeling is de stroom door de componenten gelijk en wordt de spanning verdeeld.

Je kunt de totale weerstand berekenen door de weerstanden op te tellen.

in het kort: 

Serieschakeling

Serieschakeling

Serieschakeling

De formule U = I * R moet 

 voor iedere weerstand kloppen.

Om de totale weerstand uit te 

rekenen moeten we daarom 

de weerstanden bij elkaar optellen.

R_t = R₁ + R₂ + R₃

Parallelschakeling

Parallelschakeling

parallelschakeling

De formule U = I * R moet 

 voor iedere weerstand kloppen.

Om de totale weerstand uit te 

rekenen moeten we daarom 

de geleidbaarheden bij elkaar optellen.

G_t = G₁ + G₂ + G₃

Serieschakeling

Serieschakeling

schakelschema van een serieschakeling

Een serieschakeling heeft maar één route. 

De stroomsterkte in die route is overal even groot.

In een parallelschakeling is de spanning over de componenten gelijk en wordt de stroom verdeeld.

je kunt de totale geleidbaarheid berekenen door de geleidbaarheden op te tellen.

in een serieschakeling is de stroom door de componenten gelijk en wordt de spanning verdeeld.

Je kunt de totale weerstand berekenen door de weerstanden op te tellen.

in het kort: 

Parallel:

U_t = U₁ = U₂

I_t = I₁ + I₂

G_t = G₁ + G₂

R_t = 1/G_t

Serie:

U_t = U₁ + U₂

I_t = I₁ = I₂

R_t = R₁ + R₂

G_t = 1/R_t

in het kort: 

Welke uitspraak over parallelschakelingen is waar? In een parallelschakeling:

1. Branden alle lampjes of zijn alle lampjes uit.
2. Is de stroomsterkte altijd overal even groot.
3. Komen geen vertakkingen voor.
4. kun je elk lampje afzonderlijk aan of uit doen.

In een serieschakeling is...

1. de spanning overal gelijk
2. de spanning gelijk verdeeld
3. de stroomsterkte verdeeld
4. de stroomsterkte overal gelijk

Wat is er constant bij een parallelschakeling?

1. Spanning
2. Stroomsterkte
3. Weerstand

Welke uitspraak over serieschakelingen is waar?
In een serieschakeling:

1. branden alle lampjes of zijn alle lampjes uit.
2. is de stroomsterkte niet overal even groot.
3. komen overal vertakkingen voor.
4. kun je elk lampje afzonderlijk aan of uit doen.

Aan de slag

maak de opdrachten van §3.3

Dat was het
voor vandaag!