What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Herhaling woorden 3.5, 4.5 en 5.5
Wat betekent het woord accepteren?
A
Aanvaarden, goed vinden
B
weigeren
1 / 43
next
Slide 1:
Quiz
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
This lesson contains
43 slides
, with
interactive quizzes
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wat betekent het woord accepteren?
A
Aanvaarden, goed vinden
B
weigeren
Slide 1 - Quiz
de abonnee
A
iemand die een abonnement heeft (tijdschrift)
B
reclame maken voor iets
Slide 2 - Quiz
de campagne
A
grote actie om reclame te maken of te protesteren
B
iemand die geld of iets anders geeft voor een goed doel
Slide 3 - Quiz
confronteren met
A
door slimheid of geweld mensen overhalen om iets te doen
B
iemand laten weten of laten zien wat hij (fout) heeft gedaan
Slide 4 - Quiz
de duurzaamheid
A
de aandacht voor mens en mileu
B
van nu, op dit moment
Slide 5 - Quiz
de efficiëntie
A
iemand vertellen over de problemen die je hebt
B
zoveel mogelijk bereiken met zo weinig mogelijk middelen
Slide 6 - Quiz
huidig
A
van nu, op dit moment
B
een slechte ontwikkeling die steeds slechter wordt
Slide 7 - Quiz
illegaal
A
reclame maken voor iets
B
iets wat volgens de wet niet mag
Slide 8 - Quiz
ronselen
A
door slimheid of geweld mensen overhalen om iets te doen
B
het toenemen van grootte, bijv. bedrijf
Slide 9 - Quiz
promoten
A
grote actie om reclame te maken of te protesteren
B
reclame maken voor iets
Slide 10 - Quiz
het rendement
A
het resultaat dat iets oplevert vergeleken met de kosten, de winst
B
het toenemen van grootte
Slide 11 - Quiz
Wat betekent het woord cultuur?
A
Natuurlijk, aangeboren
B
De manier waarop een groep mensen leeft
Slide 12 - Quiz
Wat betekent:
een buitenbeentje zijn?
A
Populair zijn
B
In uiterlijk, gedrag of in denken afwijken van de omgeving
Slide 13 - Quiz
Wat betekent:
ergens maling aan hebben
A
Niet luisteren naar regels of regels
B
regels en opdrachten goed opvolgen
Slide 14 - Quiz
Wat betekent het woord:
etnisch?
Slide 15 - Open question
Wat betekent:
in een hokje stoppen?
A
Snel oordelen over iemand
B
iemand complimenten geven
Slide 16 - Quiz
Wat betekent:
iets links laten liggen
Slide 17 - Open question
Wat betekent het woord:
expressie?
A
Het niet tonen van je gevoelens, het hebben van een pokerface
B
Het tonen van je gevoelens
Slide 18 - Quiz
Wat betekent:
Een ongeschreven regel
Slide 19 - Open question
Wat betekent het woord:
schaamte
A
Een vervelend gevoel omdat je zou willen dat je het anders gedaan had
B
Een trots gevoel, omdat je vindt dat je goed gedaan hebt
Slide 20 - Quiz
Wat betekent het woord:
generaliseren
Slide 21 - Open question
Wat betekent het woord:
waarde?
A
Iets wat belangrijk voor je is
B
Iets wat onbelangrijk voor je is
Slide 22 - Quiz
Wat betekent 'virtueel'?
A
iets wat niet echt is, maar het wel lijkt
B
oplettend, klaar zijn om snel te reageren
Slide 23 - Quiz
Wat is de betekenis van 'aftroeven'?
A
het beter doen dan iemand anders
B
ervoor zorgen dat je iets niet vertrouwt
Slide 24 - Quiz
Wat is de betekenis van de win-winsituatie'?
A
een situatie waar niemand voordeel heeft
B
een situatie waar beide partijen voordeel van hebben
Slide 25 - Quiz
Wat betekent 'alert'?
A
iets wat niet echt is, maar het wel lijkt
B
oplettend, klaar zijn om snel te reageren
Slide 26 - Quiz
Wat betekent 'gering'?
A
briljant, extreem intelligent
B
klein, weinig
Slide 27 - Quiz
Wat is de betekenis van 'alarmbellen doen rinkelen'?
A
het beter doen dan iemand anders
B
ervoor zorgen dat je iets niet vertrouwt
Slide 28 - Quiz
Wat betekent 'geniaal'?
A
briljant, extreem intelligent
B
klein, weinig
Slide 29 - Quiz
Wat betekent 'de tactiek'?
A
plan om je doel te bereiken
B
slimme manier om je doel te bereiken
Slide 30 - Quiz
Wat betekent 'te mooi om waar te zijn'?
A
het klinkt zo goed dat het waarschijnlijk niet waar is
B
voor de gek gehouden worden, ergens in stinken
Slide 31 - Quiz
Wat betekent 'ondervinden'?
A
merken, voelen
B
voorbijgaan
Slide 32 - Quiz
Wat betekent 'de strategie'?
A
plan om je doel te bereiken
B
slimme manier om je doel te bereiken
Slide 33 - Quiz
Wat betekent 'passeren'?
A
merken, voelen
B
voorbijgaan
Slide 34 - Quiz
Wat betekent 'ergens in trappen'?
A
het klinkt zo goed dat het waarschijnlijk niet waar is
B
voor de gek gehouden worden, ergens in stinken
Slide 35 - Quiz
Wat betekent 'hoge ogen gooien'?
A
iets goed maken, waar in balans brengen
B
veel kans maken op iets, opvallen vanwege je talent
Slide 36 - Quiz
Wat betekent 'virtueel'?
A
iets wat niet echt is, maar het wel lijkt
B
oplettend, klaar zijn om snel te reageren
Slide 37 - Quiz
Wat betekent 'het verloop'?
A
de manier waarop iets gaat
B
het verschijnsel dat er mensen weggaan en bij komen
Slide 38 - Quiz
Wat betekent 'compenseren'?
A
iets goed maken, waar in balans brengen
B
veel kans maken op iets, opvallen vanwege je talent
Slide 39 - Quiz
Wat betekent 'het attribuut'?
A
voorwerp dat je voor een bepaald doel kunt gebruiken, hulpmiddel
B
plan om je doel te bereiken
Slide 40 - Quiz
Wat betekent 'de durfal'?
A
iemand die weinig durft
B
iemand die veel durft
Slide 41 - Quiz
Wat betekent 'de levenservaring'?
A
wijsheid die je tijdens je leven krijgt
B
ervaringen voor later
Slide 42 - Quiz
Wat betekent 'medeplichtig'?
A
iets doen wat niet mag
B
samen met anderen schuldig aan iets dat strafbaar is
Slide 43 - Quiz
More lessons like this
Woorden 4.5 - 3 basis
March 2024
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Woorden 4.5 - 3 basis
9 days ago
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Woorden - H5.5
28 days ago
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
5.5 woorden
15 days ago
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Woorden - H4.5
August 2024
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Woorden - H5.5
27 days ago
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Woorden - H4.5 deel 2
March 2025
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Woorden - H5.5 - les 1
August 2024
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3