Objectvorm personaal pronomen
1 / 17
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Slide 3 - Video
Wat een leuke broek! Kan ik ......... even passen? (de broek)
A
hij
B
het
C
hem
Slide 4 - Quiz
Mevrouw, ik heb een vraag. Kunt u ........ helpen?
A
jou
B
ik
C
mij
D
u
Slide 5 - Quiz
Patricia woont hier ook. Ik kom .......... vaak tegen.
A
haar
B
het
C
zij
D
hun
Slide 6 - Quiz
Wij gaan vanavond naar de bioscoop. Heb je zin om met ...... mee te gaan?
A
mij
B
ons
C
jou
D
hen
Slide 7 - Quiz
Dit boek is heel mooi. Ik heb ..... al drie keer gelezen.
A
jou
B
haar
C
hem
D
jullie
Slide 8 - Quiz
Die bananen zijn rot. Je kunt ..... niet meer eten.
A
hen
B
ze
C
haar
D
het
Slide 9 - Quiz
Bedankt voor het leuke feest! .... was heel gezellig
A
hij
B
hen
C
het
D
hem
Slide 10 - Quiz
De computer is kapot. Ik breng ... voor reparatie naar een winkel.
A
hem
B
hen
C
het
D
ze
Slide 11 - Quiz
Mijn naam is Johan. Mijn achternaam is Van Dam. U kunt .... bereiken op telefoonnummer: 06-45625987
A
mij
B
jou
C
hen
D
jullie
Slide 12 - Quiz
Herman heeft een broer. Hij heeft veel contact met ...., hij ziet ...regelmatig.
A
hem/hij
B
hem/hem
C
hem/mij
D
hem/hen
Slide 13 - Quiz
Onze kindere lijken veel op....
A
hen
B
jullie
C
ons
D
u
Slide 14 - Quiz
De bananen zijn rot. Je kunt ...... niet meer eten.
A
mij
B
hen
C
ze
D
hem
Slide 15 - Quiz
Onze buren zijn heel aardig. We zien .... vaak.
A
haar
B
ze
C
hen
D
jullie
