De ogen

De ogen
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

De ogen

Slide 1 - Slide

bouw en functies van het oog
Pak je schrift
noteer  steeds het onderdeel en een korte aantekening

Slide 2 - Slide

Ogen liggen goed beschermd in de oogkassen van onze schedel

Slide 3 - Slide

traanklier en traanbuis
Traanklier maakt traanvocht
traanbuis voert traanvocht af

Slide 4 - Slide

Wenkbrauwen houden het zweet tegen zodat het niet in de ogen komt

Slide 5 - Slide

Wimpers beschermen de ogen tegen vuil en fel licht

Slide 6 - Slide

oogleden  beschermen de ogen tegen vliegjes

Slide 7 - Slide

Iris is het gekleurde deel van het oog
bestaat uit spieren

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Bij veel licht trekken de kringspieren  in de iris zich samen en bij
weinig licht de lengte spieren
iris

Slide 10 - Slide

glasachtig lichaam is doorzichtig
zorgt voor de vorm van het oog

Slide 11 - Slide

In het vaatvlies bevinden zich de bloedvaatjes
zorgt voor zuurstof en voeding

Slide 12 - Slide

Het netvlies bestaat uit zintuigcellen, Staafjes om in het donker te zien. Kegeltjes om kleuren mee te zien

Slide 13 - Slide

de lens
bol = dichtbij scherp zien

plat = veraf scherp zien

Slide 14 - Slide

gele vlek, daar zien we het scherpst
hier vindt je kegeltjes , hiermee zie je kleur

Slide 15 - Slide

Waar de oogzenuw zit is de blinde vlek, daar zitten geen zintuigcellen

Slide 16 - Slide

Tekening van het oog maken

Slide 17 - Slide

Wat is de pupil?
A
Een zwart deel in je oog
B
Een opening in je iris
C
een opening in je hoornvlies
D
een opening in je lens

Slide 18 - Quiz

In het licht is de pupil....
A
groot, de kringspieren zijn samengetrokken
B
klein,de kringspieren zijn samengetrokken
C
klein, de lengte spieren zijn samengetrokken
D
groot,de lengte spieren zijn samengetrokken

Slide 19 - Quiz

Waar zitten de oogzintuigcellen?
A
In de pupil
B
in de lens
C
in het vaatvlies
D
in het netvlies

Slide 20 - Quiz

Kunnen we op de gele plek het scherpst of het minst scherp zien?
A
het scherpst
B
het minst scherp

Slide 21 - Quiz

In het donker zie je geen kleur omdat....
A
de drempelaarde van de kegeltjes hoger is
B
de drempelwaarde van de kegeltjes lager is
C
de drempelwaarde van de staafjes hoger is
D
de drempelwaarde van de staafjes lager is

Slide 22 - Quiz

als je dichtbij scherp ziet dan is de lens
A
bol
B
plat

Slide 23 - Quiz

Waaruit bestaat het vaatvlies?
A
uit een doorzichtige vloeistof
B
uit bloedvaten
C
uit lensen
D
uit traanvocht

Slide 24 - Quiz

Waardoor zien we op de blinde vlek niets?
A
omdat die plek blind is
B
omdat daar geen zintuigcellen zitten

Slide 25 - Quiz