Ecologie en mens en milieu herhaling vwo

Herhaling
Thema 5 en thema 6
1 / 32
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhaling
Thema 5 en thema 6

Slide 1 - Slide

Voorbeelden biotische factoren

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Slide

Wat is een voorbeeld van een populatie?
A
Alle vogels in het Kralingse bos
B
Alle wilde eenden het IJselmeer
C
Een kudde gazelles in de savanne
D
Alle mensen op deze planeet

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Slide

Leg uit hoe abiotische factoren van invloed kunnen zijn op de populatiegrootte.

Slide 6 - Open question

voedselketen

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Van welke orde is de vos via de langste route?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 9 - Quiz

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme
D
Predatie

Slide 10 - Quiz

(krokodil doet zijn bek niet dicht)
Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme
D
Predatie

Slide 11 - Quiz

Symbiose
  • Mutualisme +/+
  • Commensalisme +/0
  • Parasitisme +/-

Slide 12 - Slide

Piramide van aantallen
Piramide van aantallen

Slide 13 - Slide

Piramide van biomassa

Slide 14 - Slide

Bedenk een reden waarom de hoeveelheid biomassa per schakel afneemt.

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Slide

BINAS 93A1

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Efficiëntie voedselproductie: conversiefactor (opdr 28)
= welk deel van de energie in het voedsel van een organisme wordt omgezet in biomassa.

opbouw van organische stoffen = productie (P)
voedselopname = opname (I)

Conversiefactor = productie/opname


Slide 19 - Slide

Opdr 28

Slide 20 - Slide

Leg uit dat door het eten van plantaardig voedsel / insecten je minder hoeft te eten voor dezelfde hoeveelheid voedingsstoffen.

Slide 21 - Open question

Insecten vs koeien
  • Conversiefactor ligt hoger bij insecten dan bij koeien
  • Insecten zijn koudbloedig en verspillen geen energie aan handhaven lichaamstemp
  • Minder grondstoffen en energie nodig voor productie insecten
  • Insecten eten is minder belastend voor milieu

Slide 22 - Slide

Bereken op basis van de gegevens in de tabel de gemiddelde conversiefactor van ongewervelde herbivoren. Geef je antwoord in twee decimalen nauwkeurig.
Conversiefactor= toename in biomassa ((k)J): gegeten biomassa ((k)J)
antwoord
productie (=toename biomassa) is 0,64 kJ, inname is 4,00 kJ. Conversiefactor = 0,64:4= 0,16

Slide 23 - Slide

b Bereken ook de gemiddelde conversiefactor van gewervelde herbivoren. Geef je antwoord in twee decimalen nauwkeurig.


c Leg met behulp van de conversiefactor uit dat insecten eten minder belastend is voor het milieu dan eten van koeien- of kippenvlees.
antwoord
Ook hier productie : opname, dit is 0,25 J : 25,00 = 0,01
antwoord
De verhouding productie : inname is veel gunstiger bij insecten dan bij gewervelde herbivoren

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Wat is het verschil tussen primaire en secundaire successie?
A
Bij primaire successie zijn alleen producenten betrokken, de consumenten verschijnen pas bij secundaire successie
B
Primaire successie start op kale rots, secundaire successie start met vruchtbare grond
C
Primaire successie gaat door gebrek aan concurrenten veel sneller dan secundaire successie
D
Primaire successie verloopt ongestoord, secundaire successie kent een sub-climax als eindstadium

Slide 26 - Quiz

Korte & lange koolstofkringloop

Slide 27 - Slide

Koolstofkringloop Binas 93F

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Wat gebeurt er bij eutrofiering? (= algenbloei)
De planten gaan dood door gebrek aan zonlicht
dieren gaan dood door gebrek aan zuurstof
Algen groeien explosief door de overmaat stikstof
De dode planten & dieren worden afgebroken door reducenten
1e stap
2e stap
3e stap
4e stap

Slide 30 - Drag question

stikstofproblemen:
eutrofiëring 
verlies van biodiversiteit

Slide 31 - Slide

Verder oefenen:
examenvragen Ecologie
Eindexamensite.nl
Test jezelfs
Biologiepagina

Slide 32 - Slide