quiz

Wat voor cel is nummer 2?
A
Plant
B
Schimmel
C
Dier
D
Bacterie
1 / 21
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Wat voor cel is nummer 2?
A
Plant
B
Schimmel
C
Dier
D
Bacterie

Slide 1 - Quiz

Wat voor cel is nummer 3?
A
Plant
B
Schimmel
C
Dier
D
Bacterie

Slide 2 - Quiz

De cellen van Escherichia coli hebben geen celkern. Dan is het een
A
Bacterie
B
Schimmel
C
Plant
D
Dier

Slide 3 - Quiz

De cellen van een Vliegenzwam hebben een celwand maar geen bladgroenkorrels. De vliegenzwam is een
A
Bacterie
B
Dier
C
Plant
D
Schimmel

Slide 4 - Quiz

Wat voor cel is nummer 1?
A
Plant
B
Schimmel
C
Dier
D
Bacterie

Slide 5 - Quiz

Een schimmel is een
A
producent
B
consument
C
afvaleter
D
reducent

Slide 6 - Quiz


Dit zijn celkenmerken
A
Celkern- Celwand Bladgroenkorrels
B
Plant - Dier - Schimmel
C
cel onder de microscoop en cel met het blote oog te zien
D
Bacterie - Schimmel - Plant - Dier

Slide 7 - Quiz

Gist is een
A
ééncellige schimmel
B
meercellige schimmel
C
ééncellige bacterie
D
meercellige bacterie

Slide 8 - Quiz


Hoe noem je de schimmel die gebruikt wordt voor het maken van penicilline?
A
de penschimmel
B
de antibiotica
C
de penseelschimmel
D
de spore-schimmel

Slide 9 - Quiz



Dit is een
A
plantaardige cel
B
cel van een schimmel
C
bacterie
D
dierlijke cel

Slide 10 - Quiz



Dit is een
A
plantaardige cel
B
cel van een schimmel
C
bacterie
D
dierlijke cel

Slide 11 - Quiz

De veroorzaker van deze ziekten heeft alleen een celwand.
Het is een......
A
plantaardige cel
B
cel van een schimmel
C
bacterie
D
dierlijke cel

Slide 12 - Quiz


Een cel van een schimmel heeft:
A
wel een celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
B
wel een celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
C
GEEN celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
D
GEEN celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels

Slide 13 - Quiz

Wat kunnen schadelijke bacteriën veroorzaken? ( twee antwoorden)
A
Schimmelkaas (brie)
B
Verse producten bewaren
C
Keelpijn
D
Voedselbederving

Slide 14 - Quiz

Wat is een voorbeeld van de functie van nuttige bacteriën?
A
Een mens ziek maken.
B
Vermenigvuldigen.
C
Opruimen van resten van een dood organisme.
D
Een organisme.

Slide 15 - Quiz

Noem de vier hoofdgroepen (rijken).

Slide 16 - Open question

Schadelijke schimmels kunnen zich voeden met voedingsmiddelen. Hierdoor kan voedsel bederven.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Wat kan er worden gemaakt met nuttige schimmels?
A
kaas, appelsap, frikadel.
B
medicijnen, bier, kaas.
C
alle schimmels zijn nuttig
D
er zijn geen nuttige schimmels.

Slide 18 - Quiz

Voorbeelden van sporenplanten zijn:
A
orchidee - conifeer
B
eik - beuk
C
varens - mossen
D
palmboom - lelie

Slide 19 - Quiz

Alle zaadplanten hebben bloemen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

Wat voor soort skelet hebben geleedpotige dieren?
A
uitwendig skelet
B
inwendig skelet
C
geen skelet
D
ruggengraat

Slide 21 - Quiz