CLASE -LUNES 27-11-23

CLASE -LUNES 27-11-23
1 / 16
next
Slide 1: Slide
SpaansVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

CLASE -LUNES 27-11-23

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

¿CÓMO FUNCIONA EL PRETÉRITO PERFECTO EN ESPAÑOL?
BEGINTAAK
HOE MAAKT JE HET VOLTOOID TG TIJD IN HET SPAANS?

timer
4:00

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

OBJETIVOS

Al final de esta clase:



Je kunt vertellen wat je hebt gedaan.




Succescriteria


Je kent de vervoeging van de Pretérito Perfecto : regelmatige en onregelmatige werkwoorden.

Je kunt in je eigen woorden aan iemand vertellen hoe wordt Pretérito Perfecto gevormd en gebruikt.

Je kent minmaal 5 signaalwoorden van de Pretérito Perfecto.

Slide 6 - Slide

Pretérito perfecto
<-- haber 


Voltooid deelwoord -->  
he
has
ha
hemos
habéis
han
-ar --> ado
-er --> ido
-ir --> ido

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Onregelmatige werkwoorden 

Hacer --> hecho = 
Decir --> dicho = 
Poner --> puesto = 
Ver --> visto = 
morir --> muerto = 
romper --> roto = 
abrir --> abierto = 
escribir --> escrito = 
volver --> vuelto = 

Slide 9 - Slide

¿QUÉ TAL TU FIN DE SEMANA?
timer
5:00

Slide 10 - Slide

Signaalwoorden pretérito perfecto
  • Je gebruikt de pretérito perfecto om te vertellen wat er gebeurd is of wat je gedaan hebt maar de periode waarin het plaatsvond staat nog in relatie tot het heden. Let hierbij op de signaalwoorden. 

  • NB: een voltooide tijd in het Nederlands vertaal je niet automatisch met een voltooide tijd in het Spaans!!!!!!

Slide 11 - Slide

Signaalwoorden 

hoy
esta tarde, noche, 
esta semana
este mes, año, siglo
siempre
nunca
todavía no
alguna vez
ya
Pretérito perfecto

vandaag
vanmiddag, vanavond, 
deze week
deze maand, jaar, eeuw
altijd
nooit
nog niet
ooit
al

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link

   TAREA DE ESCRITURA
para entregar
(inleveren)
timer
15:00
¿LISTO? KLAAR?

ga naar  QUIZLET
(via de studiewijzer) y practica
con las listas de la clase
Escribe un correo electrónico a un amigo en el que le cuentas:

  • qué has estado en un país latinoamericano
  • qué país, cuál es la capital y algo de información sobre ese país.
  • con quién has ido a ese país
  • en qué lugares de ese país has estado
  • qué has comido
  • dónde has dormido
  • qué has hecho
  • a quién has conocido
  • que has comprado
  • cómo lo has pasado
  • saluda y despídete (neem afscheid)

Slide 14 - Slide

OBJETIVOS

Al final de esta clase:



Je kunt vertellen wat je hebt gedaan.




Succescriteria


Je kent de vervoeging van de Pretérito Perfecto : regelmatige en onregelmatige werkwoorden.

Je kunt in je eigen woorden aan iemand vertellen hoe wordt Pretérito Perfecto gevormd en gebruikt.

Je kent minmaal 5 signaalwoorden van de Pretérito Perfecto.

Slide 15 - Slide

PW 1 BESPREKEN

Slide 16 - Slide