Paragraaf 4.3 De kerk en de geestelijken

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Paragraaf 4.3 De kerk en de geestelijken

Klas 1C

Planning

1. Leerdoelen 
2. Uitleg paragraaf 4.3
3. Aan de slag met de praktische opdracht
4. Controleren leerdoelen

Leerdoelen

1. Je kunt uitleggen hoe het leven in een klooster er uit zag. 
2. Je kunt uitleggen wat een missionaris is.
3. Je begrijpt hoe de drie standen verdeeld waren. 

Begrippen

Geestelijke 

Iemand die in dienst is van de kerk.

Klooster

Gebouw waarin monniken en nonnen wonen en werken.

Missionaris 

Geestelijke die naar een ander gebied trekt om daar de mensen te bekeren tot zijn geloof.

Begrippen (2)

Monnik 

Man die in een klooster woont en werkt.

Non

Vrouw die in een klooster woont en werkt.

Leven in het klooster

• Paus was de leider van de kerk en had veel macht
• Hoge geestelijken konden een gebied in leen krijgen
• Lage geestelijken leefden vaak in kloosters
• Monniken en nonnen werkten en studeerden hard 
• Ze mochten geen eigen bezittingen hebben 

Bonifatius bij de Friezen

• Bonifatius was een missionaris 
• Zijn doel was om de Friezen christen te maken
• Sommige Friezen gingen twijfelen aan eigen goden, meesten geloofden nog steeds niet
• Werd vermoord in Dokkum 

Drie standen

• Boeren, geestelijken, adel, Wat is de goede volgorde?
• Eerste stand: geestelijken -> zorgen voor alles van geloof
• Tweede stand: adel -> Koning, leenmannen en ridders
• Derde stand: boeren -> rest van de bevolking 

Stappen

1. Iedereen leest zijn/haar hoofdstukken (les 1/2)
2. Je beantwoordt gezamenlijk de vragen over de hoofdstukken die in de opdracht staan (Les 2/3)
3. Je schrijft een script (Les 4/5)
4. Je maakt een film/toneelstuk op dat script (Iedereen moet in beeld en heeft een rol) (Les 5/in eigen tijd/flex)

Aan het werk

• Wat? Je beantwoordt de vragen bij de gelezen hoofdstukken
• Hoe? In je schrift. Zorg dat je het ook noteert op word. Dit moet je samen met je praktische opdracht inleveren.
• Hulp? De docent, je boek en het internet
• Tijd? 20 min.
• Uitkomst? Je doet het voorbereidende werk voor de praktische opdracht
• Klaar? Lees verder in je hoofdstukken

Wat was Bonifatius toen hij de Friezen wilde bekeren?

1. Paus
2. Non
3. Monnik
4. Missionaris

Noem twee voorbeelden van wat monniken en nonnen in het klooster moesten doen

Wat was de grootste taak van de derde stand?

Volgende les 

• Paragraaf 4.4
• Praktische opdracht! Vergeet niet te lezen.