This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Video
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
1. Welke waarde heeft het cijfer 7 in het getal 7933 ?
Slide 5 - Open question
Welke waarde heeft het cijfer 5 in het getal 56892?
Slide 6 - Open question
Welke waarde heeft het cijfer 4 in het getal 3486?
Slide 7 - Open question
Slide 8 - Slide
Grote getallen
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
wat komt erna?
Slide 12 - Slide
schrijf het anders op: 1,4 miljoen
Slide 13 - Mind map
Slide 14 - Slide
Grote getallen Schrijf met alleen cijfers: vijfenvijftigduizendtweehonderdtwaalf
A
52.012
B
5512
C
550.212
D
55.212
Slide 15 - Quiz
Grote getallen Schrijf met alleen cijfers: zevenenveertigduizendhonderdelf
A
47.011
B
4711
C
470.111
D
47.111
Slide 16 - Quiz
Grote getallen Schrijf met alleen cijfers 2,3 miljoen
A
23 000 000 000
B
23 000 000
C
230 000
D
2 300 000
Slide 17 - Quiz
sleepvraag grote getallen
Klein
Groot
Duizend
Miljoen
900 000
Miljard
1 600 000
Slide 18 - Drag question
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Hoeveel is de 8 waard in het volgende getal? 48523
A
80000
B
8000
C
800
D
80
Slide 23 - Quiz
Sleep de getallen zodat ze van klein naar groot staan
8.345.735
8.339.892
924.999
8.400.203
Slide 24 - Drag question
Grote getallen Schrijf met alleen cijfers: vijftigduizend
A
500
B
5000
C
500.000
D
50.000
Slide 25 - Quiz
Waarom schrijf je een punt tussen cijfers in grote getallen (of laat je een stukje open)
A
om het goed uit te spreken
B
zomaar
C
omdat het mooi staat
D
weet niet
Slide 26 - Quiz
Geef het antwoord in cijfers: Achthonderdvijfenzeventigduizend - tweehonderdvijftigduizend
Slide 27 - Open question
schrijf in cijfers zevenhonderdduizend driehonderddertig
Slide 28 - Mind map
Hoe hoog is de Nederlandse staatsschuld volgens jou?
A
In de tienduizenden euros (x0.000)
B
In de miljoenen euros (x.000.000)
C
In de miljarden euros (x.000.000.000)
D
In de biljoenen euros
(x.000.000.000.000)
Slide 29 - Quiz
Schat het bedrag en schrijf het bedrag voluit.
Slide 30 - Slide
Negatieve getallen en grote getallen extra uitleg en oefenen
-4,8
-12 45834
Slide 31 - Slide
negatieve getallen
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Slide
Negatieve getallen
Getallen onder 0
Temperatuur
Banksaldo
Assenstelsel
waterpeil (onder zeeniveau)
Slide 35 - Slide
Slide 36 - Slide
Slide 37 - Video
Wat is de som van -5 en 3 graden Celsius?
A
2 graden Celsius
B
-2 graden Celsius
C
8 graden Celsius
D
-8 graden Celsius
Slide 38 - Quiz
Als het buiten 2 graden Celsius is en het wordt 7 graden kouder, wat is dan de nieuwe temperatuur?
A
-5 graden Celsius
B
-2 graden Celsius
C
5 graden Celsius
D
-9 graden Celsius
Slide 39 - Quiz
Negatieve getallen optellen -4-3=
A
7
B
1
C
-1
D
-7
Slide 40 - Quiz
Maria staat 15 euro rood bij de bank (schuld). Ze krijgt 27 euro overgemaakt van haar vriendin. Ze rekent haar nieuwe saldo uit. Welke rekensom past hierbij?
A
15 - 27 = -12
B
-15 - 27 = -42
C
-15 + 27 = 12
D
15 + 27 = 42
Slide 41 - Quiz
Welke van onderstaande getallen zijn negatieve getallen en welke positieve getallen?