1. frankrijk voor de revolutie

Franse Revolutie
wat gaan we doen?
doorlezen introductie.
uitleg paragraaf 1.
aan het werk.


1 / 13
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Franse Revolutie
wat gaan we doen?
doorlezen introductie.
uitleg paragraaf 1.
aan het werk.


Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Je kan uitleggen:
  • wat een standensamenleving is en deze beschrijven
  • 3 voorbeelden geven van nieuwe ideeën tijdens de verlichting
  • uitleggen waarom burgers en boeren in Frankrijk ontevreden waren over hun bestuur.

Slide 2 - Slide

Tijdsbepaling

Slide 3 - Slide

situatie in frankrijk
Absolutismealle macht bij de koning.
Droit devin: Goddelijk recht om te heersen

Standensamenleving: 


Slide 4 - Slide

Situatie In Frankrijk
  • Frankrijk was een standenmaatschappij.
  • Alleen de derde stand moest veel belasting te betalen.
  • De boeren (derde stand) leefden in bittere armoede.
  • Het leven van de adel (tweede stand) en geestelijken (eerste stand) was het tegenovergestelde.  <- geen belasting, voedsel in overvloed, rijkdom.

Slide 5 - Slide

Lodewijk XVI van Frankrijk
  • Lodewijk XVI (16e) was ook een absoluut vorst. (Kleinzoon Lodewijk 14e)
  • Lodewijk XVI gaf veel geld uit aan oorlogen en feesten.
  • Frankrijk had bijna geen geld meer.

Slide 6 - Slide

Grote veranderingen.
Wetenschappelijke revolutie --> 17e eeuw. 
  • Denken vanuit je verstand. Vooral onderzoek doen. 
  • Wat zie je? Wat voel je? 
  • Alles moet meetbaar zijn. 
  • Nieuwe meetappartuur ontdekken. 
Verlichting --> 18e eeuw. 
  • Denken vanuit het verstand over de maatschappij. 
  • Hoe moet de maatschappij ingedeeld worden. 
  • De maatschappij is maakbaar!

Slide 7 - Slide

Waren de verlichte denkers hier voor of tegen?
Verlichters zijn voor
Verlichters zijn tegen
Vrijheid van meningsuiting
Gelijke rechten voor iedereen
Vrijheid van godsdienst
Ongelijkheid

Slide 8 - Drag question

John Locke 1632-1704
  • iedereen vanaf geboorte vrij.
  • iedereen gelijk
  • standen (voorrechten) moeten weg.
  • John Locke is géén tegenstander van een koning

Slide 9 - Slide

Montesquieu 1689-1755
bestuurlijke verandering: 
niet meer 1 koning die alles bepaald maar:
  • Trias politica: scheiding der machten
  1. Uitvoerende macht
  2. Wetgevende macht
  3. Rechterlijke macht

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide



Mensen deelden de verlichte ideeën in koffiehuizen, salons en huiskamers van rijke mensen

niet zomaar doen wat de koning zegt maar zeld nadenken, hierbij was onderwijs belangrijk!

Slide 12 - Slide

aan het werk
maak 1 tot en met 8

Slide 13 - Slide