HAVO 4 - 3 février

Bonjour ! 
- Zet je camera aan

- Leg je telefoon naast je, we gaan het gebruiken


Fijne les! 
1 / 11
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Bonjour ! 
- Zet je camera aan

- Leg je telefoon naast je, we gaan het gebruiken


Fijne les! 

Slide 1 - Slide

Grammatica - La négation
In het Nederlands zijn er twee woorden om de ontkenning te gebruiken : geen en niet.
Frans sprekenden gebruiken : 
- ne ____ pas 
- n' ____ pas 


Slide 2 - Slide

Grammatica - La négation
Ne / n' komt voor de persoonsvorm en 'pas' komt erachter. 


Je ne suis pas fort en économie.
Ik ben niet goed in economie.
Elle n'a pas choisi la bonne filière.
Ze heeft niet het juiste profiel gekozen.

Slide 3 - Slide

Andere ontkenningen 
ne...rien
niets
Je n'ai rien fait
Ik heb niets gedaan
ne...jamais
nooit
Je ne l'ai jamais fait
Ik heb het nooit gedaan
ne...plus
niet meer
Je ne le fais plus
Ik doe het niet meer
ne... personne
niemand
Il ne connaît personne
Hij kent niemand
ne...
aucun(e)
geen enkel(e)
Il n'a aucun ami
Hij heeft geen enkel vriend

Slide 4 - Slide

Andere ontkenningen 
ne...pas du tout
helemaal niet
Je ne sais pas du tout
Dat weet ik helemaal niet
ne...pas non plus
ook niet
Je ne sais pas non plus
Dat weet ik ook niet
ne...pas encore
nog niet
Je ne le sais pas encore
Dat weet ik nog niet
ne...plus jamais
nooit meer
Il ne le fera plus jamais
Hij gaat het nooit meer doen
ne...que
slechts, alleen maar
Je ne vends que des voitures
Ik verkoop alleen auto's

Slide 5 - Slide

Grammatica - La négation
Bij wederkerende werkwoorden en bij zinnen met een persoonlijk voornaamwoord komt het voornaamwoord tussen 'ne' en de persoonsvorm te staan.



Je ne me sens pas capable d'aller à l'école.
Ik voel me niet in staat om naar school te gaan.
Il ne s'ennuie jamais pendant les cours.
Hij verveelt zich nooit tijdens de lessen.

Slide 6 - Slide

personne ne en ne ... personne

Als 'niemand' het onderwerp is, dan vertaal je dat met 'personne ne'.

Personne ne peut prévoir l'avenir.

Niemand kan de toekomst voorspellen.





Slide 7 - Slide

personne ne en ne ... personne

Als 'niemand' het lijdend voorwerp is, dan vertaal je dat met ne ... personne. Ne komt voor de persoonsvorm, maar personne komt achter het hele gezegde (in plaats van achter de persoonsvorm).




Il ne juge personne.
Hij beoordeelt niemand.
Il n'a jugé personne.
Hij heeft niemand beoordeeld.
Il ne veut juger personne.
Hij wil niemand beoordelen.

Slide 8 - Slide

rien ne en ne ... rien

Als 'niets' het  onderwerp is, dan vertaal je dat met rien ne/n'.
Rien n'est simple. --> Niets is eenvoudig.

Als 'niets' het lijdend voorwerp is, dan vertaal je dat met ne/n' ... rien.
Elle ne comprend rien.
Ze begrijpt niets.






Slide 9 - Slide

Oefeningen
9a : Lees de vragen en kies de goede ontkenning.
9b : Herschrijf de zinnen met de ontkenning tussen de haakjes.
10a : Lees de vragen en kies de bezittelijke voornaamwoorden, de bijwoorden en / of de tijdsbepalingen die veranderd moeten worden om een antwoord te schrijven. 
10b : Schrijf een antwoord met de ontkenning tussen de haakjes

Slide 10 - Slide

Huiswerk
De oefeningen afmaken, en de grammatica leren en de woordenschat A FR --> NL leren (op pagina 40). 

Slide 11 - Slide