Herordenen: bijvoegelijk naamwoord

Herordenen: bijvoegelijk naamwoord
Fijn dat je er bent!
1 / 13
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 6

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Herordenen: bijvoegelijk naamwoord
Fijn dat je er bent!

Slide 1 - Slide

Terugblik op de vorige les
Wat is het zelfstandig naamwoord?
Kan je een voorbeeld geven?

Slide 2 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord

Slide 3 - Mind map

Het lesdoel
Ik herken een bijvoeglijk naamwoord en kan deze benoemen in een zin.

Slide 4 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord
Bijvoeglijk naamwoorden vertellen iets over een zelfstandig naamwoord. 

Slide 5 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord geeft een eigenschap of kenmerk van het zelfstandig naamwoord aan.
Voorbeeld:
- de grote auto
- een makkelijke opdracht

Slide 6 - Slide

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?

De gouden ring

A
gouden
B
ring
C
De
D
Staat er niet in

Slide 7 - Quiz

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?

De opgegeten boterham
A
boterham
B
opgegeten
C
staat er niet bij
D
De

Slide 8 - Quiz

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?

De grote auto
A
grote
B
auto
C
De
D
Staat er niet tussen

Slide 9 - Quiz

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?

Het bronzen beeld
A
beeld
B
bronzen
C
staat er niet tussen
D
Het

Slide 10 - Quiz

Jullie kunnen verder werken aan de opdrachten in het boek.
 Succes!


timer
15:00

Slide 11 - Slide

Afsluiting: Bedenk een eigen zin waar minstens
één bijvoeglijk naamwoord in zit.

Slide 12 - Open question

Ik weet wat een bijvoeglijk naamwoord is.

Dit lesdoel heb ik gehaald.
Dat weet ik en kan ik uitleggen
Dat weet ik nog niet

Slide 13 - Poll