This lesson contains 14 slides, with interactive quiz and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen?
Cursus 5, paragraaf 1 (herhaling formuleren onderbouw)
Lezen in spannend boek
Presentatie voorbereiden/opnemen
Slide 2 - Slide
H5 Formuleren
Par. 1 t/m 5
Zinnen correct begrenzen
Verwijzen
Dubbelop
Trappen van vergelijking
Voorzetselgebruik
Vaste voorzetseluitdrukkingen
Slide 3 - Slide
Doel
Ik weet wat het verschil is tussen een hoofd- en een bijzin.
Ik kan zinnen op de juiste manier begrenzen.
Ik kan op de juiste manier verwijzen.
Ik kan de trappen van vergelijking correct gebruiken.
Ik kan dubbelop-fouten herkennen en benoemen.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Pleonasme
Wanneer een woord een deel van de betekenis van een ander woord herhaalt, spreek je van een pleonasme. Voorbeelden hiervan zijn een ronde cirkel, een dood lijk of een passerende voorbijganger.
Gebruik deze herhaling alleen wanneer die van nut is, bijvoorbeeld als je de aandacht op een bijzonderheid wilt vestigen. In alle andere gevallen kun je het bijvoeglijk naamwoord achterwege laten.
Slide 6 - Slide
Tautologie
Er is sprake van een tautologie wanneer je niet een deel, maar de hele betekenis van een woord herhaalt: gratis en voor niets, nog een keer opnieuw, voor eeuwig en altijd.
Net als een pleonasme kun je een tautologie bewust inzetten om een bepaalde betekenis te versterken, maar anders is er sprake van overtollig woordgebruik.
Slide 7 - Slide
Contaminatie
Bij een contaminatie worden twee woorden of uitdrukkingen door elkaar gehaald: duur kosten (duur zijn / veel kosten), nachecken (nakijken / checken), ongenadeloos (ongenadig / genadeloos).
Zo'n verhaspeling ontstaat vaak doordat de woorden of uitdrukkingen op elkaar lijken in betekenis of gebruik.
Slide 8 - Slide
Dubbele ontkenning
We spreken van een dubbele ontkenning als een tweede ontkenning wordt toegevoegd en die daarmee de eerste ontkenning ten onrechte opheft: dat weerhoudt mij er niet van te solliciteren, ik ontken dat ik daar niet ben geweest, met deze paraplu voorkom je dat je niet nat wordt.
Je kunt dit doen om de betekenis van je boodschap te versterken, maar in de meeste gevallen gaat het om een vergissing en hebben we te maken met een formuleerfout (of: stijlfout).
Slide 9 - Slide
Onjuiste herhaling
Bij een onjuiste herhaling wordt een vast voorzetsel ten onrechte twee keer gebruikt:
Op een politicus die zulke rare uitspraken doet, zal ik nooit op stemmen.
-> Het tweede op moet niet in de zin staan.
Slide 10 - Slide
oefenen
Slide 11 - Slide
Onjuiste herhaling
Tautologie
Pleonasme
Contaminatie
Dubbele ontkenning
Bij het tellen van de stembiljetten moeten we voorkomen dat er geen fouten worden gemaakt.
De meeste slachtoffers van vuurwerk zijn minderjarige kinderen.
Voor een toename van het aantal orgaandonoren, zijn de afgelopen jaren heel wat campagnes voor gehouden.
De president kreeg veel kritiek van de pers, maar hij kon echter nog steeds rekenen op steun van de bevolking.
Tijdens de toets wiskunde haalde ik alle formules door de war.
Slide 12 - Drag question
Slide 13 - Slide
Huiswerk maandag 18/11
Nieuw Nederlands (online)
Cursus 5 Formuleren, paragraaf 1: opdracht 12, 13, 14