This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
H4 Stevigheid en beweging
4.4 Spieren
Slide 1 - Slide
h/w:spieren
agenda pakken
1 t/m 21
Slide 2 - Slide
zelf lezen
waar:2.3 b/d 43 t/m 46
hoe: allen en in stilte
tijd: 5 min
klaar: begin met de opdrachten
Slide 3 - Slide
vragen
wat zijn spiervezels?
wat is een spierbundel?
wat zijn pezen?
waar kan je armbuigspieren en armtrekspieren vinden?
wat zijn antagonistisch spieren?
Slide 4 - Slide
Het menselijk lichaam telt meer dan 600 spieren.
Spieren zitten overal, zelfs in de ogen en de huid (kippenvel). Ook het hart is een spier.
Veel spieren zorgen voor beweging.
Slide 5 - Slide
De opbouw van de spier van de bouwvakker.
De pees (aan het bot).
De spier.
De spierbundels.
De spiervezels.
Een spier is eigenlijk weefsel dat bestaat uit cellen die kunnen samentrekken en ontspannen, waardoor beweging mogelijk is. Leg je hand maar op je spierbal en span je spier aan.
Slide 6 - Slide
Spierbundel -> Spiervezel
Bindweefsel om spierbundel
Spierschede om hele spier
Bindweefsel en spierschede zorgen voor stevigheid
Pees: verbinding spier en bot
Slide 7 - Slide
Pezen
Functie
Verbinding bot en spier
Slide 8 - Slide
Als je een spier samentrekt, wordt de spier....
A
korter en dikker
B
langer en dunner
C
korter en dunner
D
langer en dikker
Slide 9 - Quiz
Mieke zegt: 'ik heb een spier die nooit moe wordt'. Kan dit? Zo ja: Wat voor een spier is dit?
A
Nee, spieren worden op een bepaald moment moe
B
Ja, dit is een hartspier
C
Nee, dit komt alleen bij insecten voor
D
Ja, dit is een skeletspier
Slide 10 - Quiz
Als spier 2 korter wordt, wordt spier 4...
A
Korter
B
Langer
Slide 11 - Quiz
Bekijk het plaatje, als de spier dik is dan is de spier...
A
Aangespannen
B
Ontspannen
Slide 12 - Quiz
Als je een spier ontspant, wordt de spier....
A
korter en dikker
B
langer en dunner
C
korter en dunner
D
langer en dikker
Slide 13 - Quiz
Kunnen spieren zonder het skelet?
Kan het skelet zonder spieren?
A
ja, ja
B
,ja, nee
C
nee, ja
D
nee, nee
Slide 14 - Quiz
5. Wat is de antagonist van de spierbal op je bovenarm?
A
Biceps
B
Triceps
C
Kuitspier
D
Scheenspieren
Slide 15 - Quiz
Wat zijn spieren?
A
Weefsels die zorgen voor de spijsvertering.
B
Weefsels die zorgen voor de bloedcirculatie.
C
Weefsels die beweging en ademhaling mogelijk maken.
D
Weefsels die zorgen voor de communicatie tussen cellen.
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Slide
Spieren
Functie
Bot laten bewegen
Samentrekken
Extentie is strekken
Flexie is buigen
Spier bij samentrekken
Korter en dikker
Spier bij strekken
langer en dunner
Slide 18 - Slide
Spieren bewegen maar naar één kant
Elke spier heeft een tegenovergestelde spier
Antagonistisch paar (buig & strekspier)
Slide 19 - Slide
Samenwerking
Antagonisten (tegenstelde beweging)
Werken samen
1 spant aan
de ander (antagonist) ontspant
Slide 20 - Slide
Een gescheurde pees?
Slide 21 - Slide
Orgaanspieren (Hartspieren)
Laten onze organen bewegen (niet bewust gaat vanzelf)