Deel van het geheel bepalen opdracht 2

• Rekenen
• Basisschool
• Groep 8

Er zijn 8 kinderen. 1/4 deel is jongen. Hoeveel jongens zijn er? Welke som hoort hierbij?

1. 1/4 x 8
2. 1/2 x 8
3. 1/8 x 4
4. 1/2 x 4

In een klas zitten 24 kinderen. 1/6 deel zit op tennis. Hoeveel kinderen zitten op tennis?

In een klas zitten 18 kinderen. 2/3 deel is meisje. Hoeveel meisjes zijn er?

Welk deel is dit?

1. 1/4
2. 1/5
3. 1/2
4. 1/3

In een gieter zit 25 liter. Ik giet 5 liter bij de planten. Welk deel is dat? Geef antwoord in een breuk
Welk deel? (denk aan 1/2)

In een gieter zit 12 liter water. Ik giet 9 liter bij de planten. Welk deel is dat?Geef antwoord in een breuk
Welk deel?

Ik heb 600 euro op mijn spaarrekening. Ik ga shoppen en geef 2/3 deel uit. Hoeveel geld heb ik uitgegeven?

Ik wil op vakantie. De reis kost 250 euro. Ik heb al 20% bij elkaar gespaard. Hoeveel geld heb ik al gespaar?

1. 20 euro
2. 50 euro
3. 100 euro
4. 150 euro

25%

60%

20%

30%

75%

3/4

1/4

3/10

1/5

3/5

Hoeveel euro korting krijg je?