6. RM1 formuleren en spelling afronden - herstart onderwerp van een tekst

Welkom!
Pak je spullen uit je tas en leg alles op de hoek van je tafel.

Je hebt nodig vandaag:
  • Boek en schrift
  • Chromebook voor:
    Peppels en de online methode
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom!
Pak je spullen uit je tas en leg alles op de hoek van je tafel.

Je hebt nodig vandaag:
  • Boek en schrift
  • Chromebook voor:
    Peppels en de online methode

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
- Spelling en formuleren controleren - herhalen en rubrics invullen
- Meer dan lezen: onderwerp van een tekst


Leerdoelen
Zelf aan de slag
Evaluatie les

Slide 2 - Slide

Huiswerkcontrole
Alles van spelling en formuleren periode 1 is gemaakt.

Boek en schrift heb je meegenomen.

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
- Je kan volledige zinnen schrijven

- Je leert bepalen of een zelfstandig naamwoord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is.
formuleren

Slide 4 - Slide

Leerdoelen
- Je leert hoofdletters en leestekens op de juiste manier gebruiken.

- Je leert woorden spellen die eindigen op een -d of een -t.

- Je leert bijvoeglijk naamwoorden spellen.


spelling

Slide 5 - Slide

RESULTATEN
online opdrachten
formuleren en spelling 


Als alle resultaten 50% of meer zijn, dan mag je de rubrics invullen.
Resultaten van minder dan 50% maak je nog een keer.
Vul daarna de rubrics in

Slide 6 - Slide

Rubrics invullen (Peppels)

Slide 7 - Slide

Rubrics invullen (Peppels)

Slide 8 - Slide

Leerdoelen
- Je kan het onderwerp van een tekst bepalen
- Je weet wat oriënterend lezen is
- Je kan een podcast over een onderwerp maken

Slide 9 - Slide

ONDERWERP VAN EEN TEKST
Elke tekst gaat ergens over. Dat noem je het onderwerp van een tekst. Het onderwerp geeft antwoord op de vraag: waarover gaat deze tekst?

Je kunt het onderwerp in één of een paar woorden zeggen, bijvoorbeeld: tennis, sociale media of verhuizen naar het buitenland.

Slide 10 - Slide

ONDERWERP VAN EEN TEKST
Als je al weet wat het onderwerp van een tekst is, dan begrijp je de tekst beter als je hem helemaal gaat lezen. 

Als je het onderwerp van een tekst wilt weten, is het niet nodig om de tekst helemaal te lezen. Je leest de tekst alleen oriënterend.

Slide 11 - Slide

ORIËNTEREND LEZEN
1 Bekijk de tekst:
Lees de titel.
Kijk naar de afbeeldingen (illustraties) bij de tekst.
Lees de titels die boven tekstgedeeltes staan. Die titels noem je tussenkopjes.
Kijk of er woorden zijn die anders gedrukt zijn, bijvoorbeeld vet, schuin, GROOT of gekleurd.
Let op woorden die vaker gebruikt worden.

2 Lees het eerste stukje van de tekst (de inleiding):

Vaak is dat één alinea, soms zijn het er twee. Soms is het eerste stukje vetgedrukt. Hier vind je vaak het onderwerp al in een paar woorden.

Slide 12 - Slide

ONDERWERP VAN FRAGMENT
Ook kijk- en luisterfragmenten hebben een onderwerp. 

Bij een kijk- of luisterfragment hoor je vaak in de inleiding (het begin) wat het onderwerp van het fragment is.

Slide 13 - Slide

ONDERWERP VAN FRAGMENT
  • Let op de titel van het programma of het filmpje.
  • Luister goed naar de inleiding van het programma of filmpje.
  • Let op woorden die vaker gebruikt worden.
  • Geef antwoord op de vraag: waarover gaat dit programma of filmpje?

Slide 14 - Slide

1. Check online resultaten formuleren en spelling
Maak zo nodig een oefening nog een keer. Vul daarna de rubrics in. (huiswerk voor morgen!)

2. M1 Lezen periode 1 - 2 Onderwerp van een tekst
Maak en kijk na:
1. Video-uitleg, theorie en boekopdrachten
2. Video-uitleg en theorie
3a. TEST JEZELF maken


ZELF AAN DE SLAG

Slide 15 - Slide

Huiswerk volgende les

Check online resultaten formuleren en spelling.
Maak zo nodig een oefening nog een keer. 
Vul de rubrics in. 
Dinsdag 26 november lesuur 2

Slide 16 - Slide

Evaluatie les
  • Wat heb je geleerd deze les?
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Slide 17 - Slide

Tot de volgende les!

Slide 18 - Slide