Statistiek H 4.6 Gemiddelde, mediaan, modus

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

H4.6 Gemiddelde, modus, mediaan 

Planning van de les

Even terug naar het cirkeldiagram

Doel van de les bespreken en groepsdoelen

Oefening

Zelfstandig werken

Did we make it ? 

Hoe is het gegaan ? 

Leerdoel 

Aan het einde van de les kun je:

- werken met een gemiddelde en weet je wat het is

- werken met een mediaan en weet je wat het is

- werken met een modus en weet je wat het is

Groepsdoel

Ik focus op mijzelf en mijn eigen werk

Wij blijven in de les

Wij behandelen elkaar met respect

Complimenten

Het gemiddelde van 18, 22, 22, 54, 76 bereken je door

1. Het middelste getal te kiezen
2. Het getal te kiezen die het vaakst voor komt
3. Alles bij elkaar op te tellen
4. Alles bij elkaar op te tellen en delen door het aantal cijfers

Gemiddelde

Gemiddelde cijfer krijg je door alle cijfers bijelkaar op te tellen  en deze te delen door het aantal cijfers

Bijvoorbeeld:

Een klas heeft op een proefwerk de volgende cijfers gehaald:

5, 5, 6, 8, 9, 4, 7, 7, 6, 8, 8

Wat is het gemiddelde cijfer?

Tel alle cijfers bij elkaar op. Dit is: 73

Dit getal deel je door het aantal cijfers: dus 73:11=6,6

Het gemiddelde cijfer is in dit geval 6,6

Wat is het gemiddelde?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

de modus is:

1. het middelste getal
2. het getal dat het meeste voorkomt
3. het gemiddelde
4. het gewogen gemiddelde

Gewogen gemiddelde

Hoe reken je het gewogen gemiddelde uit?

7,1 x 3 + 5,8 x 2 + 6,8 x 1 = 39,7

39,7 : 6 = 6,6

Het gewogen gemiddelde is 6,6

Mediaan 

Modus

ALS JE STRAKS ZELFSTANDIG EN IN STILTE WERKEN GAAT WERKEN DAN 

1.Start je met de opdracht.

2.Je werkt in stilte.

3.De docent loopt een startronde.

4.Heb je een vraag ? Lees de opdracht/probeer het nog een keer

5.Kom je er niet uit ? Sla de opdracht over en ga verder. Zodra de docent langskomt voor een hulpronde stel je de vraag.

6. Kun je echt niet verder ?  Pak dan ander werk( uit je tas of van de docent) en zet een sterretje bij de vraag die je niet begrijpt.

Geen vingers omhoog !

Zelfstandig aan de slag

Basis en Kader 

 § 4.6

Pagina 224 tot en met 236,  alle opgaven afmaken !

KGT 

§ 4.6 alle opgaven afmaken

Pagina 96 tot en met 100, alle opgaven afmaken !

Indien niet af, dan is het huiswerk voor 7/3/2025

Leerdoel behaald ? 

Aan het einde van de les kun je:

- werken met een gemiddelde en weet je wat het is

- werken met een mediaan en weet je wat het is

- werken met een modus en weet je wat het is

Did we make it ? 

Ik focus op mijzelf en mijn eigen werk

Wij blijven in de les

Wij behandelen elkaar met respect

Hoe is het gegaan ? 

😒🙁😐🙂😃

Even oefenen

Wat? 

Hoe?

Hoelang?

Klaar?

Minicheck

Quiz mee!

Heb je alle 3 de vragen goed? 

Dan mag je daarna zelfstandig aan de slag. 

Niet alle 3 de vragen goed? 

Niet erg! Doe mee met de instructie. 

Zelfstandig aan de slag

Wat: 19 tot en met 21

Hoelang: 10 minuten

Hoe: Zie stoplicht.
Rood = zelfstandig en groen = samenwerken
Klaar: nakijken

Extra: U1 en U2

blz. 187

Beelddiagram.
Hoeveel posters zijn er op vrijdag verkocht?

1. 7
2. 70
3. 360
4. 252

In het beelddiagram zie je het aantal inwoners van 4 metropolen. 

Welke metropool heeft het grootste aantal inwoners?

1. Parijs
2. Madrid
3. Istanboel
4. Amsterdam

Wat voor gegevens verwerk je in een staafdiagram

1. gegevens van groei
2. gegevens van aantallen
3. gegevens in procenten

blz. 182

blz. 186

Hoeveel sectoren
heeft dit cirkeldiagram?

1. 1 sector
2. 2 sectoren
3. 3 sectoren
4. 4 sectoren

De percentages in een cirkeldiagram zijn samen altijd

1. 360%
2. 100%
3. in gelijke stukken verdeeld
4. vierkant

	Vak: Wiskunde Hoofdstuk: 4
1.	Lesopening
2.	Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.	Lesdoel + minicheck
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Neem het boek van wiskunde voor je op bladzijde 202 en 203

2. Leergebiedoverstijgende doelen

Zelfstandig leren

- Werkt in de gestelde tijd zelfstandig aan opdrachten op zijn planner (bord, agenda) en houdt zelf de tijd in de gaten om het af te krijgen. 

Reflecteren

- Kijkt zijn eigen werk na en corrigeert waar nodig.  

Arrangementen

- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie. 

???

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 

???

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 

???