Sterven en rouw

Hoofdstuk 13: Rouw en verlies
1 / 23
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 3

This lesson contains 23 slides, with text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Hoofdstuk 13: Rouw en verlies

Slide 1 - Slide

Lesinhoud
- Fasen van rouw ( hoeft niet altijd te gaan om sterven, verlies )
- Palliatieve zorg
- ondersteunen en begeleiden bij rouw

Slide 2 - Slide

Tijdens je carrière als maatschappelijk zorg medewerker zul je vroeg of laat te maken krijgen met rouw en verlies. 

Misschien wel een collega of een cliënt die iemand verliest die hem dierbaar is. 

Iedereen gaat daar op zijn eigen manier mee om. Daarin is geen goed en geen fout

Het is goed om stil te staan bij rouw en verlies, wat kun jij inzetten om mensen te begeleiden in hun proces?

Slide 3 - Slide

5 fasen van rouw
  1. Ontkenning
  2. Boosheid
  3. Het gevecht aangaan
  4. Depressie
  5. Acceptatie

Slide 4 - Slide

Fase 1: ontkenning 
Hoe komt 't dat dit optreedt? Waar komt dit vandaan?

Slide 5 - Slide

1. Ontkenning
“Dit is een boze droom”

  • Ontkenning is een natuurlijke vorm van zelfbescherming. 
  • Bewuste of onbewuste weigering van je brein om (een gedeelte van) de verschrikkelijke waarheid onder ogen te zien. 

  • Doordat je je een beetje verdoofd en gevoelloos voelt, ben je toch in staat om allerlei noodzakelijke maatregelen te nemen en zaken te regelen. Pas later laat je de emoties gedoseerd toe.

"Ze zeggen dat hij dood is, en dat moet ik maar geloven," zegt Petra uit Ommen. Haar vriend zat aan bood van de noodlottige vlucht MH17, die neerstortte in de Oekraine. "Natuurlijk doe ik dat, maar diep vanbinnen heb ik nog altijd het gevoel dat hij zo voor de deur kan staan. Dat hij op een of andere manier is ontsnapt, zijn vliegtuig had gemist, ook al weet ik dat dat onzin is. Ik denk dat dat heel anders was geweest als ik hem nog even had kunnen zien. Een soort van…tja…bewijs."
 

Slide 6 - Slide

2. Boosheid

“Waarom jij? Waarom ik?”

Het is niet vreemd als je woede voelt na het verlies van een dierbare. 
  • Méér dan intens verdriet. 
  • Je kunt je boos voelen op het lot of op God, 
  • Op behandelend artsen, 
  • Politie of andere instanties.
  • Zelfs je omgeving of de overleden dierbare kunnen het doelwit zijn. 
Deze fase stuit vaak op onbegrip bij je naasten, omdat deze boosheid op hen onredelijk overkomt.

Maar volgens rouwdeskundige Leoniek van der Maarel hoef je hier geen verantwoording voor af te leggen, ook al heb je die neiging misschien heel sterk. "Niet doen!" benadrukt ze. "Rouwenden hoeven géén rekening te houden met hun omgeving, ongeacht hoe je je dierbare bent verloren. Neem de tijd die jij ervoor nodig hebt. Neem je gevoelens serieus. Denk: zo doe ík het en dat is goed. 

Slide 7 - Slide

3. Het gevecht aangaan: 

“Ik beloof een beter persoon te worden als…”

In deze fase komt het besef: verdriet en woede helpen je niet verder.

Veel mensen proberen hun verlies dan te verwerken door het gevecht aan te gaan of door zichzelf doelen op te leggen. 
  • Marathons lopen tegen bepaalde ziektes, 
  • Een wereldreis maken
  • Vanaf nu écht stoppen met roken. 

Het kan ook dichter bij huis: 
“Als ik vanaf nu heel aardig ben voor iedereen, dan kan ik vast mijn (klein)kinderen nog zien opgroeien.”

Slide 8 - Slide

4. Depressie

“Ik geef het op”

Wanneer je gaandeweg tot de ontdekking komt dat ontkennen, tegen alles aanschoppen en het gevecht aangaan niet helpen om het verlies écht te verwerken, volgt vaak teleurstelling of zelfs een depressieve fase. 
  • Je voelt je machteloos: er is niets, 
  • Het verdriet komt in alle hevigheid naar boven en je huilt veel.
  • Ook je andere emoties zijn intens. 
  • Het ene moment ben je apathisch, het andere juist weer hyperactief. 
  • Je zakt in een diepe put of voelt later een machteloze woede.

"Een beproefde methode om je verder te helpen is het stellen van kleine doelen. De truc is om die kleine doelen dan ook te halen en jezelf er vervolgens voor te belonen. Door deze mooie methode hou je eigenlijk je hersenen voor de gek. Voordat je hersenen namelijk een signaal kunnen geven van weerstand tegen de taak, is de klus al geklaard."
 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

5. Accepteren

“Ik ga verder met mijn leven”

Hoeveel verdriet en pijn je ook hebt als nabestaande, er komt een dag dat je gaat proberen om het verdriet een plekje te geven. 

Met ‘een plekje geven’ bedoelen we niet dat je iemand dan niet meer mist of dat je probeert om je overleden dierbare te vergeten. 
Het betekent wel dat je probeert – met vallen en opstaan – om je leven in te richten zonder je dierbare om je heen. Je moet het dus meer zien als een aanpassing dan aanvaarding.

Simone, die haar jongere zus verloor toen zij achttien was, kan hierover meepraten: "Ik denk nu niet meer elke dag bewust aan haar, maar voel haar altijd wel. Ik ben een vrouw die een zus is kwijt geraakt. Het zit gewoon in me, dat verdriet, als een donkere wolk die soms even tevoorschijn komt. Ik kan wel verder met leven. Nadat ik een jaar op school niets had gedaan en was blijven zitten, heb ik het daarna afgemaakt, doorgestudeerd, de hele rataplan. Ik ben dus doorgegaan. Soms voel ik me daarover schuldig. Anna kreeg die kans niet, "

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Doorloop je de fasen van rouw in structurele volgorde?

Slide 13 - Slide

Palliatieve zorg
Palliatieve zorg is zorg voor mensen met een beperkte levensverwachting.

Als een persoon binnen een jaar overleden zou zijn. 
De zorg is gericht op kwaliteit van leven, zowel voor de persoon als voor zijn of haar familie.

Slide 14 - Slide

Wat is er speciaal aan palliatieve zorg bij een verstandelijke beperking?

Palliatieve zorg voor mensen met een verstandelijke beperking is minder goed ontwikkeld dan de palliatieve zorg in de algemene bevolking.

Slide 15 - Slide

Wat zijn de verschillen?
Mensen met een verstandelijke beperking hebben vaak een stapeling van aandoeningen, waardoor ze ‘lijken’ op mensen uit de algemene bevolking die veel ouder zijn. 

O.a. slikproblemen, epilepsie, zintuigstoornissen, slaapproblemen, problemen aan het bewegingsapparaat en mobiliteitsverlies komen vaker voor.

Slide 16 - Slide

wat zijn de verschillen;
Mensen met een verstandelijke beperking kunnen vaak niet zodanig communiceren dat ze makkelijk door anderen begrepen worden. 

Hierdoor is het vaststellen van het begin van de palliatieve zorgfase, het bepalen van zorgbehoeften en wensen, en ook het effect van behandelingen vaak bijzonder moeilijk.

Slide 17 - Slide

Verschillen
Het betrekken van mensen met een verstandelijke beperking bij belangrijke beslissingen in de zorg en/of het bespreken van wensen vraagt om specifieke vaardigheden van formele en informele zorgers. 
Methoden om het normale leven en/of het kenmerkend gedrag van een persoon met een verstandelijke beperking in kaart te brengen zijn nog maar weinig ontwikkeld.

Slide 18 - Slide

Hoe ondersteun je een client?
Wanneer een client een dierbare verlies is het van belang om:

- Luisteren, aanwezig zijn met heel je lijf, goed kijken en niet oordelen of advies geven.
- Geef correcte informatie, hoe moeilijk het ook is.
- Omring je cliënt met warmte en genegenheid.


Slide 19 - Slide

Hoe ondersteun je een client?
Bewaar de herinneringen aan de dierbare levendig.
 
Betrek cliënten in het regelen van het afscheid en bij de uitvaartrituelen.

Medicaliseer verdriet niet, anti-depressiva zijn daar niet voor bedoeld.
.

Slide 20 - Slide

Tools uitleg aan de client

Er zijn verschillende tools die je in kan zetten of zelf kan gebruiken.
   https://www.allesoverdedood.nl/files/Handleiding%20begeleiders.pdf
https://www.allesoverdedood.nl/

Slide 21 - Slide

Herinneringsboek
Een herinneringsboek is een boek met tal van opdrachten waarin de cliënt:
  • mooie herinneringen kan beschrijven, 
  • foto’s plakken, 
  • mooie teksten kan lezen waaruit steun geput kan worden. 

Het nodigt uit tot schilderen, tekenen, te plakken..stil te staan bij wie je zo lief was. 

 Het is een boek dat helpt bij de verwerking van het verlies en daarna regelmatig gepakt kan worden om door te bladeren zodat de herinnering levend blijft. 

Slide 22 - Slide

Profieltoets
Hoofdstuk 9 t/m 13 + kwaliteitszorg!

Slide 23 - Slide