netwerken 1,2,3

NETWERKEN
1 / 19
next
Slide 1: Slide
sociale vaardighedenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

NETWERKEN

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  1. Je weet wat netwerken is
  2. Je weet hoe jouw netwerk eruitziet
  3. Je hebt een idee hoe je jouw netwerk kunt gebruiken bij het
  4. zoeken naar een baan;
  5. Je weet hoe je jouw netwerk kunt uitbreiden.

Slide 2 - Slide

Netwerken,
wat gok je dat het is?
of weet je er al vanaf?

Slide 3 - Mind map

Netwerken is.....

Slide 4 - Slide

Netwerken - Hulp staat centraal
  • Netwerk, een soort spinnenweb van mensen
  • Iedereen naar wie jij toe kan met een hulpvraag zit in jouw netwerk.
  • Netwerk zorgt voor tips, informatie en nieuwe contacten.
  • Het doel van netwerken is om kennis, informatie en contacten te delen met anderen in het netwerk.

Slide 5 - Slide

Netwerk  onderhouden
  • Zorg voor regelmatig contact met jouw netwerk.

  • Zorg dat jouw netwerk betrouwbaar is.

  • Het is niet alleen nemen maar ook geven!

Slide 6 - Slide

Digitale Netwerken
  • Facebook 
  • Instagram
  • Twitter
  • Snapchat
  • Whatsapp
  • Linkedin

  • Pinterest
  • Google+
  • Teams

Slide 7 - Slide

Stelling: Iedereen heeft een netwerk?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Je weet niet wat je moet doen voor school. Aan wie kan je vragen wat het huiswerk is?

Slide 9 - Mind map

Stel je moet een kast verplaatsen die te zwaar is voor jou alleen. Wie vraag je om hulp?

Slide 10 - Mind map

Je zoekt een stageplek in de film. Bij wie klop je aan?

Slide 11 - Mind map

Je zoekt een stage/ werkplek op stylinggebied. Bij wie klop je aan?

Slide 12 - Mind map

Je zoekt een stage/werkplek in de eventbouw. Bij wie klop je aan?

Slide 13 - Mind map

Je zoekt een stage/werkplek in de retail. Bij wie klop je aan?

Slide 14 - Mind map

Aan de slag

Slide 15 - Slide

Jouw netwerk in kaart brengen
  1. Pak een vel papier
  2. Schrijf in het midden 'IK’
  3. Van daaruit maak je de verbindingen met mensen die jij kent. Schrijf hun naam op (denk ook aan mensen uit het verleden, ook al heb je er geen contact meer mee). 
  4. · Schrijf onder hun naam op waar ze werken.
    (Dat zijn bedrijven waar je contact mee kunt hebben.)
  5. Al die mensen kennen ook weer mensen. Probeer die verbinding ook in te vullen.
    (Je mag verschillende kleuren gebruiken.) 
  6. Schrijf bij je eigen naam wat jij andere kan bieden.

Huiswerk volgende les
Netwerkkaart af
Denk na over welke twee mensen je uit je netwerk (verleden en heden) wil uitnodigen voor de netwerkborrel

Slide 16 - Slide

Controle vraag:
Het doel van netwerken is om elkaar te helpen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Stelling: Iedereen heeft een netwerk?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Hoe vond je de les?
Ik vond de les?...
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll