This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
WELKOM B3B
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Zwaartekracht is alleen een van de krachten
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
LEERDOELEN
Aan het einde van de les kun je:
- Uitleggen wat de wrijvingskracht is.
- Hoe de wrijvingskracht werkt.
-Waarvoor wordt wrijvingskracht gebruikt.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Wrijving is wel of niet een tegenwerkende kracht
A
wel
B
niet
Slide 14 - Quiz
Nettokrachten bij auto's Lois zegt: de nettokracht is hetzelfde als de motorkracht Niels zegt: de netttokracht is de som van alle wrijvingskrachten Henk zegt: het verschil tussen alle wrijvingskrachten en de motorkracht is de nettokracht. Wie heeft gelijk?
A
Lois
B
Niels
C
Henk
Slide 15 - Quiz
10.1 Voor beweging is (spier/motor)kracht nodig. Wrijvingskrachten werken een beweging tegen.
Wanneer de spierkracht groter is dan de wrijvingskracht, dan:
A
vertraag je
B
versnel je
Slide 16 - Quiz
Een racefietser fietst met constante snelheid en levert een kracht van 30 N. Hoe groot is de tegenwerkende wrijvingskracht?
A
Minder dan 30 N, anders ga je niet vooruit
B
Precies 30 N, want de snelheid is constant
C
Meer dan 30 N, anders zou je versnellen
D
Dat kun je echt niet weten
Slide 17 - Quiz
Welke kracht is bij wielrennen de grootste tegenwerkende kracht ?
A
Zwaartekracht
B
Kleefkracht
C
Wrijvingskracht
D
Luchtweerstandskracht
Slide 18 - Quiz
Welke wrijvingskracht is het grootst bij parachutespringen?
A
luchtweerstand
B
rolweerstand
Slide 19 - Quiz
Een wrijvingskracht kan iets in beweging zetten
A
goed
B
fout
Slide 20 - Quiz
Als iets beweegt, is er altijd een wrijvingskracht