Sinterklaas

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t

Sint

Waar komt sinterklaas vandaan?

1. Spanje
2. Turkije
3. Sint Nicolaasga

Zie ginds komt de stoomboot is het bekendste Sinterklaasliedje

1. Waar
2. Niet waar

Op welke datum is
Sinterklaas jarig?

1. 1 December
2. 5 December
3. 24 december
4. 5 november

krijgen

1. Wij krijgt cadeautjes.
2. Wij krijg cadeautjes.
3. Ik krijgt cadeautjes.
4. Hij krijgt cadeautjes.

eten

1. Ik eten pepernoten.
2. Wij eet marsepein
3. Ik eet chocola.
4. Jij eten taai taai

zingen

1. De kinderen zingen liedjes.
2. Opa zing een liedje.
3. wij zingt een liedje.
4. Jaap zingen de liedjes.

strooien

1. Piet strooien pepernoten.
2. Piet strooi pepernoten.
3. Piet strooie pepernoten.
4. Piet strooit pepernoten.

Ik geef het boek .....................................

Berat maakt .....................................

Vader bakt veel  .....................................

Chaima eet .......................................

aan sinterklaas

een verlanglijstje

pepernoten

pepernoot

Wie is dit?

1. De kerstman
2. Piet
3. Sint Maarten
4. Sinterklaas

Wat is dit?

1. Pepernoot
2. Sint
3. Chocoladeletter
4. Cadeau

Hoe heet het ding dat sinterklaas op zijn hoofd draagt?

Vul de schoenen met het juiste cadeautje

wat is het werkwoord in deze zin?
Piet draagt een zak vol pepernoten.

https:

Hoeveel letters heeft het woord Sinterklaas?

1. 10
2. 11
3. 12
4. 9

De intocht van Sinterklaas is dit jaar in...

1. Zwolle
2. Apeldoorn
3. Amsterdam
4. Den Haag

piet heeft 45 pepernoten, hij verliest er 10, maar vindt er ook weer 5, hoeveel pepernoten heeft piet?

Vanaf de 15e eeuw werd voor
het eerst de schoen gezet.
Dat was in de kerk ...

1. voor de kinderen
2. voor de armen
3. voor de rijken
4. voor volwassenen

Welke snoepgoed hoor je
NIET te eten met Sinterklaas?

1. Chocoladeletter
2. Pepernoten
3. Oliebollen
4. Chocolademunten

Met wat voor een boot komt Sinterklaas naar Nederland?

1. Roeiboot
2. Vrachtschip
3. Stoomboot
4. Zeilboot

Waarin houdt Sinterklaas bij
of je wel lief bent geweest dit jaar?

1. Hij heeft daar een app voor.
2. Dat doet de hoofdpiet voor hem.
3. Op zijn tablet.
4. In het grote boek.