This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
stevigheid en beweging
Deze week (week 2)
Starten met thema 7
Slide 1 - Slide
START THEMA 5
Thema 5 - Stevigheid en beweging
Gaat over je skelet en spieren
Bestaat uit 6 basisstoffen
Slide 2 - Slide
Basisstof 1
Het skelet van de mens
Lesdoelen:
- je kunt de botten benoemen in een afbeelding van het skelet
- je kunt de functies van het skelet noemen
- je kunt pijpbeenderen en platte beenderen onderscheiden en kenmerken ervan noemen
Slide 3 - Slide
Lesopbouw
- uitlegfilmpje
- quizvragen
-zelfstandig aan de slag met de huiswerkopdrachten
Slide 4 - Slide
uitlegvideo (5 minuten)
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
quizvragen
Slide 7 - Slide
Het skelet
A
is een opslagplaats voor ijzer
B
geeft steun
C
is niet verantwoordelijk voor het aanmaken van boedcellen
D
beschermt inwendige organen
Slide 8 - Quiz
Drie uitspraken over het skelet van organismen zijn: 1. Aan het skelet zijn spieren aangehecht. 2. Het skelet geeft bescherming tegen uitdroging. 3. Het skelet geeft stevigheid.
Welke van deze uitspraken gelden voor het skelet van de mens?
A
Alleen de uitspraken 1 en 2.
B
Alleen de uitspraken 1 en 3.
C
De uitspraken 1, 2 en 3.
Slide 9 - Quiz
Skelet Uit hoeveel botten bestaat jouw skelet?
A
106
B
206
C
176
D
236
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Video
Pijpbeenderen zijn rond en beschermen kwetsbare organen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quiz
Alleen pijpbeenderen bevatten beenmerg
A
waar
B
niet waar
Slide 13 - Quiz
Wat zijn voorbeelden van pijpbeenderen?
A
Opperarmbeen en dijbeen
B
Borstbeen en schedel
C
Opperarmbeen en borstbeen
D
Borstbeen en ribben
Slide 14 - Quiz
Ribben zijn een voorbeeld van pijpbeenderen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 15 - Quiz
Het skelet bestaat uit twee typen botten: platte beenderen en pijpbeenderen. Met de proefopstelling hiernaast kun je een eigenschap van de platte beenderen en pijpbeenderen onderzoeken. Welke onderzoeksvraag over de botten in je lichaam kun je met de opstelling onderzoeken?
A
Welke botten zijn dikker: platte beenderen of pijpbeenderen?
B
Waarom zitten er platte beenderen en pijpbeenderen in het lichaam?
C
Welke botten zijn sterker: platte beenderen of pijpbeenderen?
D
Zijn pijpbeenderen betere botten dan platte beenderen?
Slide 16 - Quiz
Pijpbeenderen zijn plat
A
Juist
B
Onjuist
Slide 17 - Quiz
Pijpbeenderen zijn langwerpig en komen vooral voor in de romp.
A
juist
B
onjuist
Slide 18 - Quiz
Rood beenmerg bevindt zich vooral in de koppen van pijpbeenderen.
A
juist
B
onjuist
Slide 19 - Quiz
Basisstof 2 kraakbeenweefsel en beenweefsel
Lesdoelen:
- je kunt de kernmerken van kraakbeenweefsel en beenweefsel noemen en de delen ervan benoemen in een afbeelding
- je kunt beschrijven hoe de samenstelling van botten verandert tijdens het leven
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
Welk weefsel is spierweefsel?
A
R
B
S
C
T
Slide 32 - Quiz
Welk weefsel is beenweefsel?
A
R
B
S
C
T
Slide 33 - Quiz
Uit welke delen bestaat het skelet?
A
Schedel en ledematen en armen
B
Romp, ledematen en armen en benen
C
Schedel, romp, ledematen
D
Schedel, romp, ledematen en armen en benen
Slide 34 - Quiz
De botten van kinderen zijn...?
A
Buigzaam
B
Hard
Slide 35 - Quiz
Welke vorm heeft de wervelkolom?
A
S-vorm
B
Dubbele e-vorm
C
Dubbele s-vorm
D
E-vorm
Slide 36 - Quiz
Wat zit er tussen de wervels?
A
Kraakbeen
B
Botten
C
Niks
Slide 37 - Quiz
Hoe heten de groen gekleurde botten?
A
Halswervels
B
Borstwervels
C
Lendewervels
D
Heiligbeen
Slide 38 - Quiz
1
2
Hoe noemen we nummers 1 en 2?
A
1 = schouderblad
2 = ribben
B
1 = sleutelbeen
2 = schouderblad
C
1 = schouderblad
2 = sleutelbeen
D
1 = ribben
2 = sleutelbeen
Slide 39 - Quiz
De borstkas bestaat uit ribben, borstbeen en ledematen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 40 - Quiz
In platte beenderen wordt vet opgeslagen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 41 - Quiz
Ribben zijn een voorbeeld van pijpbeenderen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 42 - Quiz
Als je springt worden de schokken opgevangen door de kraakbeenschijven in de wervelkolom
A
Juist
B
Onjuist
Slide 43 - Quiz
Welk weefsel is kraakbeenweefsel?
A
plaatje 1
B
plaatje 2
C
plaatje 3
Slide 44 - Quiz
De gaten in de wervelkolom vormen samen een holte waar ruggenmerg en zenuwen lopen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 45 - Quiz
Succes !
opperarmbeen
teenkootje
dijbeen
sleutelbeen
schedel
heupbeen
kuitbeen
Slide 46 - Drag question
Zet in de goede volgorgde, van boven naar beneden (1 is boven)