3 IR De sociale verhoudingen in Nederland 1920

Geschiedenis 
De industriële samenleving in Nederland
1 / 26
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quiz, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Geschiedenis 
De industriële samenleving in Nederland

Slide 1 - Slide

De industriële samenleving in Nederland

Hoofdstuk 3 
Hoe veranderde de sociale verhoudingen in Nederland? 

Slide 2 - Slide

De sociale kwestie
Vanaf de tweede helft van de negentiende begonnen steeds meer mensen zich zorgen de maken over de woon- en werkomstandigheden van de arbeiders.

Er ontstond hierover een discussie: de sociale kwestie.
Met de sociale kwestie wordt bedoeld: het besef dat de slechte levensomstandigheden van de arbeiders verbeterd moeten worden.   

Je kan uitleggen wat de sociale kwestie inhoudt.
Bedenk twee redenen waarom de sociale kwestie steeds meer aandacht kreeg 
  • De sociale kwestie was een gevaar voor de volksgezondheid. 
  • Zieke arbeiders kosten de fabriekseigenaren inkomen. 
  • De arbeiders leefden in de steden. Zo werd de ellende voor veel rijke mensen veel meer zichtbaar. 
  • Het besef groeide dat de arbeiders zich zouden kunnen verenigen en zich tegen de rijken keren.

Slide 3 - Slide

Kinderarbeid in de fabrieken

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

1

Slide 6 - Video

03:11


Zou deze jongen ook in een fabriek werken?
A
Ja, hij werkt gewoon elke dag behalve zaterdag.
B
Nee, niet elke dag alleen op zaterdag
C
Ja, maar dan krijgt hij minder uren dan de andere kinderen
D
Nee, hij krijgt school les

Slide 7 - Quiz


Kinderarbeid

  • Goedkope arbeidskrachten
  • Ze zijn nog jong: je hebt er nog lang wat aan
  • Ze zijn goedkoper dan mannen en vrouwen
  • Hun kleine handen kunnen beter op plekken tussen machines

Slide 8 - Slide

Kinderwetje van Van Houten
Het Kinderwetje van Van Houten (1874) verbood fabrieksarbeid voor kinderen onder de twaalf jaar. Het was de eerste sociale wetKinderarbeid in winkels en op boerderijen bleef trouwens gewoon bestaan.
Het Kinderwetje  was geen echt succes: de controle was slecht en gezinnen konden het inkomen niet missen. Dus stuurden zij kinderen toch naar de fabriek
 

Je kan een beschrijving geven van het Kinderwetje van Van Houten en je kan uitleggen waarom het Kinderwetje van Van Houten een succesvolle wet was en ook waarom de wet maar weinig effect had.

Slide 9 - Slide

Langzaam verbetering
Sociale wetten
  • Eerste sociale wet 
  •  1874: Kinderwetje van Van Houten
  • Leerplichtwet (1900), 
  • Woningwet (1901)
  • Ongevallenwet (1901)
  • Arbeidswet
  • Werkeloosheidsbesluit
Je kan drie sociale wetten noemen.

Slide 10 - Slide

Samuel van Houten

Samuel van Houten was een Groningse advocaat en politicus.
Hij was lid van de Tweede Kamer en werd later minister van Binnenlandse Zaken.
Van Houten is vooral bekend geworden door zijn wet die kinderarbeid voor kinderen onder de twaalf jaar verbood.
Van Houten vond kinderarbeid verkeerd. 

Als kinderen wél naar school gingen, dan zouden ze later, als volwassenen, moeilijker werk kunnen doen.   Ze zouden dan waardevoller zijn als arbeider en dat zou beter zijn voor de Nederlandse economie.  

Slide 11 - Slide

De vakbonden
Arbeiders hadden weinig mogelijkheden om voor hun rechten op te komen. Als het je niet beviel dan zocht je maar een andere baan!   Verder was het voor arbeiders lastig om zich te verenigen. Veel arbeiders konden niet (goed) lezen, warenbang voor hun baas.  Staken was natuurlijk een optie maar dan moest je wel met zijn allen staken! 

        Weet je nog van Ma1?  Eén van de 7 middelen om macht uit te oefenen: het aantal mensen dat gezamenlijk iets wil 
Je kan uitleggen welke rol vakbonden spelen bij de emancipatie van de arbeiders.

Slide 12 - Slide

De vakbonden
Uiteindelijk onstonden de vakbonden: verenigingen van en voor arbeiders die onderhandelden met de fabrikanten.  Dit bood de arbeiders meer bescherming tegen onslag.  Als de vakbond opriep tot staking staakte vrijwel iedereen.....
Om lid van een vakbond te worden, moest je contributie betalen. Dit geld werd gebruikt om de arbeiders te betalen als ze gingen staken.


Je de rol van stakingen beschrijven en hoe deze de eisen van de arbeiders en vakbonden kracht bijzette .

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

De industriële samenleving in Nederland

Hoofdstuk 3 
Hoe veranderde de sociale verhoudingen in Nederland? 

Slide 15 - Slide

Leerdoelen H3 deel 2
  • Je kan uitleggen wat censuskiesrecht inhoudt
  • Je kan uitleggen waarom arbeiders algemeen kiesrecht willen en wanneer algemeen mannenkiesrecht ingevoerd wordt. 
  • Je kan de situatie van arbeiders tijdens WOI beschrijven
  • Je kan de omstandigheiden van de arbeiders tijdens de crisis in de jaren 30 beschrijven. 
  • Je kan uitleggen wat een CAO is. 
  • Je kan de rol van communisten en socialisten tijdens de emancipatie van de arbeiders uitleggen. 

Slide 16 - Slide

Arbeiders willen stemmen
  • Behalve vakbonden kwamen er ook politieke partijen die zich voor de arbeiders inzetten.
  •  Sinds 1848 hadden door het censuskiesrecht alleen rijke mannen kiesrecht.    Als er algemeen kiesrecht zou komen, was de kans groter dat er meer, en betere, sociale wetten zouden komen. Dus dat het leven van de arbeiders beter zou worden. 
  • De vakbonden en de politieke partijen voor de arbeiders werkten op dit gebied samen.
  • In 1917 werd in Nederland het algemeen kiesrecht                                           ingevoerd.  

Je kan uitleggen wat censuskiesrecht inhoudt
Je kan uitleggen waarom arbeiders algemeen kiesrecht willen en wanneer algemeen mannenkiesrecht ingevoerd wordt.

Slide 17 - Slide

Je kan de situatie van arbeiders tijdens WOI beschrijven

Slide 18 - Slide

Je kan uitleggen wat een CAO is. 

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Je kan de rol van communisten en socialisten tijdens de emancipatie van de arbeiders uitleggen. 

Slide 21 - Slide

Je kan de omstandigheden van arbeiders en werklozen tijdens de aanpassingspolitiek. 

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Je kan de omstandigheden van arbeiders en werklozen tijdens de aanpassingspolitiek. 

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Slide