De ultrafiltratie in lichaampjes van Malpighi --> vorming van voorurine
Terugresorptie heropname bruikbare stoffen in het bloed: lis van Henle, verzamelbuis, tubulus
Slide 12 - Slide
Vorming urine
De urine vorming hangt af van een aantal factoren:
De hoeveelheid opgenomen vocht.
De hoeveelheid opgenomen zouten.
De hoeveelheid vocht en zouten die je verliest door transpiratie.
Slide 13 - Slide
Lichaam van Malpighi
Door ultrafiltratie worden stoffen uit het bloed geperst: voorurine.
Vergelijk BINAS 85B.
> Verschil bloedplasma en voorurine?
> Verschil voorurine en urine:
Welke stoffen worden allemaal teruggeresorbeerd?
Slide 14 - Slide
Terugresorptie
Terugresorptie vindt plaats in:
- Tubulus,
- Lus van Henle
- Verzamelbuis
Vergelijk BINAS 85C
Slide 15 - Slide
Lus van Henle
Met name in lus van Henle vindt terugresorptie plaats.
In het dalende deel vooral water.
In het stijgende deel vooral zouten.
Slide 16 - Slide
Lus van Henle
Met name in lus van Henle vindt terugresorptie plaats.
In dalende deel vooral water (osmo waarde stijgt).
In stijgende deel vooral zouten (osmo waarde daalt).
Slide 17 - Slide
Urinewegen
Urine sijpelt vanuit de verzamelbuizen in de nierkelken.
Hier beginnen de urinewegen.
De volgende organen maken deel uit van de urinewegen:
Nierkelken
Nierbekken
Twee urineleiders
Urineblaas
Plasbuis
Slide 18 - Slide
Urineblaas (vesica urinae)
Slide 19 - Slide
Wat doet ADH?
Wat doet ADH?
Reguleert permeabiliteit van de verzamelbuis
Slide 20 - Slide
hoe werkt ADH?
Slide 21 - Slide
Dus hoe werkt ADH
ADH stimuleert water resorptie
ADH wordt afgegeven aan de hand van de osmotische waarde
Hoge osmotische waarde, dan wordt er ADH afgegeven, want het lichaam moet vocht vast houden.
Lage osmotische waarde, dan wordt er weinig tot geen ADH afgegeven, want het lichaam moet vocht kwijt raken.
Slide 22 - Slide
Waar in de nier vindt ultrafiltratie plaats?
A
Glomerulus
B
Urineleider
C
Lis van Henle
D
Verzamelbuis
Slide 23 - Quiz
De glomerulus is een kluwen van fijne haarvaten dat door het nierkapsel (kapsel van Bowman) omgeven wordt, hier vindt de filtratie plaats Welke van de onderstaande stoffen verlaat de bloedbaan NIET bij de filtratie?
A
glucose
B
zouten
C
eiwitten
D
vitamine C
Slide 24 - Quiz
Wat gebeurt er als de voorurine in de lis van Henle komt? en komt dit vooral door passief of actief transport?
A
ultrafiltratie - passief
B
terugresorptie - passief
C
ultrafiltratie - actief
D
terugresorptie - actief
Slide 25 - Quiz
Wat is ONJUIST over de lis van Henle?
A
In het dalende been resorbeert vooral water door osmose
B
In het dalende been stijgt de osmotische waarde
C
In het stijgende been resorberen vooral ionen door diffusie en actief transport