Opdracht 1: (20 min totaal)
1. schrijf voor jezelf op:
- Hoeveel ouderen ken je?
- Wat is de woonsituatie van deze ouderen?
- Weet je wat de achtergrond van deze oudere is? (kinderen, werk, gezin)
- Wat is op dit moment de dag invulling van deze persoon?
- Waar heeft deze persoon ondersteuning bij nodig?
- Zou je later met ouderen willen werken, waarom wel / waarom niet?
2. klassikale terugkoppeling.
wie kent er geen ouderen?
wie kent er meer dan 5 ouderen?
wie kent er meer dan 10 ouderen?
wie kent er ook ouderen die geen familie van je zijn?
welke conclusie kun je hieruit trekken?
welke ouderen zouden jullie als toekomstig MZ'er tegen kunnen komen?
wie zou later met ouderen willen werken? en waarom?