Je noemt verschillende dingen op die op een of andere manier bij elkaar horen. Signaalwoorden die je kunt gebruiken om dit tekstverband aan te geven, zijn: en, ook, bovendien, vervolgens, verder, om te beginnen... Ook komma's (samen met een signaalwoord) horen tot de signalen die het opsommend verband duidelijk kunnen maken.
Voorbeelden:
Ik gisteren pizza met kaas, tomaten en ui gegeten.
Om te beginnen wil ik dat je op tijd komt. Verder moet je je huiswerk maken.