93. Deel 7b, blok 2, week 2 Les 3 inhoudsmaten omrekenen

• Rekenen
• Basisschool
• Groep 7

Welke inhoudsmaten ken jij?

Op deze theelepel past ongeveer 1 .....

1. ml
2. dl
3. cl
4. l

In dit kopje past  ongeveer

1 .....

1. ml
2. dl
3. cl
4. l

Een druppel is ongeveer

1 .....

1. ml
2. dl
3. cl
4. l

Doelen

 Ik ken alle inhoudsmaten en weet ik ik ze moet omrekenen en kan er sommen mee maken

300 ml is 3 dl en 0,75 l is 75 cl

Kies de juist inhoudsmaat:

Ik probeer op een dag 1,5 ... water te drinken.

1. liter
2. deciliter
3. centiliter
4. milliliter

Kies de juist inhoudsmaat:

Op een lepel past ongeveer 10 ...

1. liter
2. deciliter
3. centiliter
4. milliliter

Kies de juist inhoudsmaat:

In een kopje past 2 .... koffie

1. liter
2. deciliter
3. centiliter
4. milliliter

5000 ml = .................... L

1. 50
2. 500
3. 5
4. 50000

76 cl = .......................... ml

1. 7,6
2. 0,76
3. 7600
4. 760

18 dl = .................... ml

1. 1,8
2. 1800
3. 180
4. 18000

6 L = ................ ml

1. 0,6
2. 60
3. 600
4. 6000

9000 ml = ............ l

1. 90
2. 900
3. 9
4. 0,9

63 cl = .............. ml

1. 6,3
2. 630
3. 6300
4. 0,63

3000 ml = .................... L

1. 3
2. 30
3. 300
4. 0,3

83 dl = .................. cl

1. 830
2. 8,3
3. 0,83
4. 8300

400 ml = ................. dl

1. 4000
2. 0,4
3. 40
4. 4

290 cl = .................. dl

1. 2,9
2. 2900
3. 29
4. 0,29

verhoudingstabel

Stap 1: reken de 1,5 l om naar ml.

Stap 2: deel het kleinste getal 150 ml door het grootste getal

of maak een verhoudingstabel

Ze schenkt water in. In een glas past 150 ml water.

Nu jullie

Denk aan het stappen plan!

In de colafles zit 100 cl.

In een glas past 0,2 l.

Hoeveel glazen kan ik vullen?

100 cl

    0,2 l

Nu jij!

Denk aan het stappen plan!

Over welke soort maten hebben we het deze les gehad?

Aan de slag!

 Deel 7b, blok 2, week 2 - Les 3

VANAF

Opgave 1M

Klaar; 10 x plussen

leerkracht.snappet.org